Hoe gaat fiscus om met de WHOA?

Hoe gaat fiscus om met de WHOA?
6 november 2021 Janneke Kreijkes

Sinds 1 januari 2021 kan een onderneming die in financiële problemen verkeert een beroep doen op de WHOA (Wet homologatie onderhands akkoord) om te overleven. De onderneming sluit dan een akkoord met de schuldeisers, waaronder de Belastingdienst.

Voorwaarden fiscus

Het was tot voor kort nog onduidelijk wat het beleid van de Belastingdienst is bij dit soort akkoorden. Uitgangspunt is dat de bepalingen in de Leidraad Invordering 2008 van toepassing zijn. In aanvulling hierop heeft de fiscus aangegeven dat hij zal instemmen met een akkoord als de onderneming aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • Het akkoord is schriftelijk aangeboden en voldoet aan de wettelijke eisen.
  • Het is aannemelijk dat de rechtbank het akkoord homologeert (bekrachtigd).
  • De voorrang (‘preferentie’) van de fiscus komt voldoende tot uiting. De fiscus stemt in principe alleen met een voorgesteld schuldenakkoord in als hij een dubbel zo hoog percentage krijgt aangeboden als de concurrente schuldeisers.

Uitzondering

De Belastingdienst maakt een uitzondering voor schuldeisers die op twee opeenvolgende balansdata aan minstens twee van deze drie eisen voldoet: netto-jaaromzet onder € 12 mln, balanstotaal onder de € 6 mln en minder dan 50 werknemers in dienst.

Voor deze kleinere mkb-schuldeisers is bepaald dat zij recht hebben op minstens 20% van hun openstaande vordering. Dat deel wordt zonder meer uitgekeerd. Alleen het resterende deel van de vordering rekent de fiscus mee bij het aanspraak maken op een dubbel percentage.

Vragen hierover? Neem gerust contact met ons op.