In 2023 willekeurig afschrijven? Dit zijn de voorwaarden

In 2023 willekeurig afschrijven? Dit zijn de voorwaarden
13 februari 2023 Janneke Kreijkes

In 2023 mag op nieuwe aangewezen bedrijfsmiddelen maximaal 50 procent van de aanschaffings- of voortbrengingskosten willekeurig worden afgeschreven.

Hieronder vindt u de voorwaarden waar u aan moet voldoen.

Hoofdlijnen willekeurige afschrijving

De regeling geldt alleen als u de verplichting tot aanschaffing in 2023 bent aangegaan c.q. de voortbrengingskosten in 2023 hebt gemaakt. In de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting kunt u dan eenmalig willekeurig afschrijven tot 50 procent op kwalificerende bedrijfsmiddelen. Over de resterende boekwaarde dient u in de jaren daarna vervolgens regulier af te schrijven.

Bedrijfsmiddelen kwalificeren wanneer die “niet eerder in gebruik zijn genomen, voor zover de belastingplichtige ter zake van de aanschaffing verplichtingen is aangegaan of ter zake van de voortbrenging voortbrengingskosten heeft gemaakt in het kalenderjaar 2023, en het bedrijfsmiddel vóór 1 januari 2026, door hem in gebruik wordt genomen.”

De regeling is vormgegeven langs dezelfde lijnen als de willekeurig afschrijvingsmaatregel in 2013 en de volledige uitwerking zal te vinden zijn in de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001

Uitgezonderde bedrijfsmiddelen

Bepaalde bedrijfsmiddelen zijn uitgezonderd:

  • gebouwen;
  • schepen (let op, dit is een wijziging. In 2013 waren alleen woonschepen uitgezonderd, nu zijn alle schepen uitgezonderd voor willekeurige afschrijving en dus ook zeeschepen);
  • vliegtuigen (let op, dit is een uitbreiding ten opzichte van de regeling in 2013);
  • bromfietsen en motorrijwielen;
  • personenauto’s die niet zijn bestemd voor het beroepsvervoer over de weg, met uitzondering van personenauto’s waarvan uit het kentekenregister blijkt dat de CO2-uitstoot 0 gram per kilometer is;
  • immateriële activa;
  • dieren;
  • voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen en paden;
  • bedrijfsmiddelen die zijn bestemd om – direct of indirect – hoofdzakelijk ter beschikking te worden gesteld aan derden, uitgezonderd bedrijfsmiddelen die zijn bestemd om voor korte duur te worden verhuurd aan opeenvolgende huurders en;
  • bedrijfsmiddelen waarop al willekeurig wordt afgeschreven (samenloop met bijvoorbeeld VAMIL kan daardoor niet optreden).

Vragen hierover? Neem gerust contact met ons op.