Het wetsvoorstel Excessief lenen bij de eigen vennootschap moet al te hoge schulden van dga’s bij hun eigen bv aanpakken. Schulden hoger dan € 500.000 worden straks aangemerkt als ‘excessief’. Het is nu de bedoeling dat de wet per 1 januari 2023 in werking treedt. Dit betekent dat de Belastingdienst eind 2023 voor het eerst zal peilen hoe hoog de schulden van dga’s bij hun eigen bv zijn.
Maatregel excessief lenen
De maatregel komt erop neer dat leningen boven een bedrag van € 500.000 worden aangemerkt als inkomen uit aanmerkelijk belang (ab). Het bovenmatige deel van de leningen wordt belast als fictief regulier voordeel met 26,9 procent inkomstenbelasting in box 2 van de IB.
Als dga wordt u niet individueel, maar met uw partner gezamenlijk in de heffing betrokken voor de schulden boven € 500.000. Het is hierbij niet relevant of de schulden zijn aangegaan door u of door uw partner en of de schulden behoren tot het individuele vermogen van u of van uw partner. Ook is niet relevant of de partner zelf ook ab-houder is.
Leningen vanuit vennootschap
Ook leningen vanuit de vennootschap van een ab-houder aan de (klein)kinderen en (groot)ouders van de ab-houder en zijn of haar partner vallen onder de maatregel. Voor ieder van die leninghouders (tezamen met de partner) wordt apart beoordeeld of de schuld meer bedraagt dan 500.000 euro.
Het meerdere wordt belast bij de ab-houder (en dus niet bij degene die heeft geleend) alsof het een dividenduitkering is aan de ab-houder. Alleen als de lener zelf meer dan vijf procent belang in de vennootschap heeft, wordt het bovenmatige gedeelte van de schuld bij de lener zelf belast in box 2.
Schulden en doorlenen
Om te voorkomen dat de maatregel eenvoudig omzeild kan worden, vallen ook schulden die samenhangen met regulier aangegane leningen onder de reikwijdte van de maatregel. Daarom moet u het doorlenen van door andere personen van de bv geleende gelden aan de ab-houder en garantstellingen door de vennootschap ook onder de maatregel scharen.
Schulden eigen woning uitgezonderd
De schulden die door u als dga zijn aangegaan voor de aankoop van een eigen woning zijn uitgezonderd van de heffing. Dat geldt niet alleen voor bestaande eigenwoningschulden, maar ook voor nieuwe gevallen.
Om in aanmerking te komen voor de uitzondering van deze maatregel moet de aangegane woningschuld natuurlijk wel voldoen aan de voorwaarden van de eigenwoningregeling in de Wet IB 2001. Daarnaast geldt voor nieuwe eigenwoningschulden (aangegaan ná 31 december 2022) dat u als dga een recht van hypotheek (heeft) verstrekt aan uw bv.
Toezicht
De nieuwe wet zal ervoor (moeten) zorgen dat het aantal discussies dat gevoerd wordt tussen de dga en de inspecteur over leningen van de vennootschap aan de aanmerkelijkbelanghouder vermindert. Daarbij gaat het vaak om de vraag of er wel sprake is van een lening of dat de lening een verkapte (fiscale) winstuitdeling is. Dit laatste moet de inspecteur dan wel bewijzen.
De beoordeling van deze situaties vergt veel toezichtscapaciteit van de Belastingdienst. Voor schulden onder de € 500.000 blijven die discussies dus wel bestaan.
Wat kunt u doen tot en met 2023?
Aflossen:
De maatregel gaat pas in 2023 in. Hierdoor hebt u de mogelijkheid eventuele bovenmatige leningen af te bouwen of daarmee een begin te maken. Als u voldoende liquide middelen in privé hebt, kunt u de lening daarmee afbouwen.
Dividend uitkeren:
Als een dividenduitkering nodig is voor de aflossing, dan zal het in veel gevallen de voorkeur hebben om een bovenmatig gedeelte van de schulden aan de vennootschappen af te lossen.
Vastgoed verkopen of overdragen:
Als u vastgoed in privé hebt, ook als dat niet gefinancierd is met leningen van uw bv, kunt u overwegen dat vastgoed te verkopen en met de opbrengst de lening aflossen. Nadeel daarbij is dat hierover wel overdrachtsbelasting is verschuldigd.
Herfinancieren:
U kunt ook de schuld (deels) herfinancieren, bijvoorbeeld bij een bank.
Meer informatie
Heeft u vragen over dit onderwerp? Of wilt u meer informatie? Neem gerust contact met ons op!