Nieuwe maatregelen arbeidsmarkt

Nieuwe maatregelen arbeidsmarkt
23 juni 2023 Gerrit Eenkhoorn

De regels rond tijdelijke contracten op de arbeidsmarkt gaan de komende jaren flink veranderen. Dit blijkt uit een brief van minister Van Gennip aan de Tweede Kamer over een pakket van maatregelen voor de arbeidsmarkt.

Met deze brief geeft het kabinet een vervolg aan de hoofdlijnenbrief over de hervorming van de arbeidsmarkt van juli 2022. Meer zekerheid voor flexwerkers en het voorkomen van schijnzelfstandigheid zijn belangrijke speerpunten.

Meer zekerheid voor werkenden

Het kabinet zet een aantal belangrijke stappen om de zekerheid van werkenden te verstevigen, waaronder:

  • Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen
    Er komt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen, dat een financieel vangnet biedt voor zelfstandigen die arbeidsongeschikt raken. Alle IB-ondernemers en meewerkende partners zullen onder de kring van verzekerden worden geschaard.
  • Roosterzekerheid en inkomenszekerheid oproepcontracten
    Oproepcontracten, zoals nuluren- en de huidige min- /maxcontracten, worden afgeschaft. In plaats daarvan komt een basiscontract.
  • Sneller zekerheid bij uitzendwerk
    Uitzendkrachten krijgen na 52 gewerkte weken een contract met meer zekerheid bij het uitzendbureau.
  • Tijdelijk werk is tijdelijk
    Om draaideurconstructies bij tijdelijk werk te voorkomen, mag na drie aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever pas na vijf jaar een nieuw contract worden aangegaan.

Voorkomen schijnzelfstandigheid

Het kabinet wil de regels rondom de kwalificatie van de arbeidsrelatie verduidelijken, deze beter opeisbaar maken en hierop beter gaan handhaven. Ook werkt het kabinet aan een zogeheten “civielrechtelijk rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst”, gekoppeld aan een uurtarief. De tariefgrens hiervan wordt nog nader bepaald. Mogelijk ligt het tarief tussen de € 30 en € 35.

Van Gennip wil de benodigde wetgeving rond de zomer in internetconsultatie brengen, zodat deze in het voorjaar van 2024 aan de Kamer kan worden aangeboden.

Bron: Ministerie SZW, 3 april 2023, nr. 2023-0000216197.