Box 3 heffing: in strijd met het EVRM, maar ….
De Hoge Raad heeft beslist dat het forfaitaire 4% rendement voor de box 3-heffing in 2013 en 2014 te hoog was; een belastingplichtige kon dat rendement in die jaren niet halen zonder veel risico’s te nemen. De box 3-heffing vormde in die jaren ‘op stelselniveau’ een schending van het EVRM, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, als het nominaal, zonder al te veel risico’s te behalen rendement lager was dan 1,2%. De Hoge Raad biedt geen herstel voor dit rechtstekort, dat wordt overgelaten aan de wetgever.
Commentaar
Met dit arrest gaat de massaal bezwaarprocedure tegen de box 3-heffing tót 2017 als een nachtkaars uit. De Hoge Raad kan geen oplossing bieden, dat moet de wetgever doen. En die doet dat niet: die komt al jaren weg met het ‘pappen en nathouden’ van box 3. De veelvuldig beloofde heffing op basis van het werkelijke rendement is nog steeds niet in zicht! De Belastingdienst kan nu de ruim 60.000 bezwaarschriften uit de massaalbezwaarprocedure afwijzen. Hoe nu verder? Een belastingplichtige kan proberen voor de rechter aan te tonen dat de box 3-heffing in zijn situatie een individuele en buitensporig zware last is in samenhang met zijn algehele financiële situatie. Maar wie gaat daar nog aan beginnen?
Tweede Kamer: strengere aanpak multinationals
De belastingafdracht door multinationals in Nederland is onder de maat. Shell betaalt in Nederland geen cent winstbelasting, en ook andere multinationals betalen weinig of niets. De Tweede Kamer heeft op 29 mei jl. een hoorzitting gehouden over de belastingafdracht door multinationals en de uitkomsten daarvan zijn aanleiding voor veel politieke reuring: Den Haag wil een eerlijker belastingheffing over de winsten van multinationals.
Commentaar
Nederland is volgens de nieuwe ranglijst van het internationale Tax Justice Network het vierde belastingparadijs in de wereld. Wij moeten alleen de Maagdeneilanden, Bermuda en de Kaaiman-eilanden voor ons dulden. Veel Tweede Kamerleden, met name vanuit de oppositie, willen de fiscaal gunstige positie van hoofdkantoren in Nederland aanpakken. Een vergaande beperking van de liquidatieverliesregeling kan een grotere impact hebben dan de – vorig jaar afgeblazen – afschaffing van de dividendbelasting.
Echtscheiding: hypotheekrente omzetten in AB-rente
Gaat u, DGA, scheiden, en wilt u per se alle aandelen in de BV toegescheiden krijgen? Als u door zo’n verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap zwaar wordt overbedeeld, kunt u ervoor kiezen om meer schulden uit de gemeenschap over te nemen. Bijvoorbeeld de hypothecaire schulden op de (voormalige) echtelijke woning als die aan uw ex wordt toegescheiden. U kunt de rente op zo’n eigenwoningschuld nog maximaal twee jaar lang in aftrek brengen, maar als u die schuld overneemt om alle aandelen in de BV toegescheiden te krijgen, verandert die schuld van karakter: het wordt van een eigenwoningschuld omgezet in een financiering van uw pakket aanmerkelijkbelangaandelen. En voor de renteaftrek op zo’n schuld kent de wet geen begrenzing in de tijd. Dat kan u als echtscheidende DGA een leuk fiscaal voordeel opleveren. Overleg met uw adviseur hoe u een en ander in elkaar moet steken.
Holding-BV als bestuurder: DGA toch aansprakelijk
Bij veel holdingstructuren in het midden- en kleinbedrijf is de holding-BV – formeel – de bestuurder van de werk-BV’s. De DGA staat op de payroll van de holding-BV en met een managementcontract in de hand voert hij het bestuur over de werk-BV’s. Bij deze opzet kan de holding-BV bestuurdersaansprakelijk worden gesteld voor onbehoorlijk bestuur van de werk-BV’s. En als de holding-BV onvoldoende verhaal biedt voor de financiële gevolgen van zo’n aansprakelijkstelling, dan rolt de bestuurdersaansprakelijkheid door naar de bestuurder van de holding-BV, naar de DGA.
Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat ‘de aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon tevens hoofdelijk rust op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is’. Dat is duidelijke taal: de DGA kan zich als bestuurder niet verschuilen achter zijn holding-BV, die is transparant voor de bestuurdersaansprakelijkheid.
Nederbelg: 14 jaar ná emigratie belast in Nederland
Het belastingverdrag Nederland-België 2001 kent een duidelijk onderscheid tussen de verkoop van aanmerkelijkbelangaandelen in een in Nederland gevestigde vennootschap en het liquideren van zo’n vennootschap. Als een Nederbelg zijn AB-aandelen in een in Nederland gevestigde BV verkoopt, kan Nederland de voordelen bij die vervreemding in de belastingheffing betrekken mits de verkoop plaatsvindt binnen 10 jaar ná emigratie, daarna niet meer. Voor een liquidatie-uitkering ligt dat anders, daar geldt geen beperking in de tijd. Nederland kan altijd, ook nog 14 jaar ná emigratie, beperkt – 15% – belasting heffen over de liquidatie-uitkering. De Hoge Raad vindt dat verschil in behandeling niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel.
Commentaar
Een uitspraak waar Nederbelgen terdege rekening mee moeten houden. Een verkoop van AB-aandelen ná 10 jaar na emigratie is belastingvrij, een liquidatie-uitkering blijft 15% belasting in Nederland kosten. Verkopen is het devies. De belanghebbende in deze procedure had die mogelijkheid (kennelijk) niet omdat hij een minderheidspakket in de BV hield.
Verzoek om middeling: een fluitje van een cent
Middeling kan u een leuke belastingteruggave opleveren als u in drie aaneengesloten kalenderjaren sterk wisselende inkomsten in box 1 hebt gehad. Bijvoorbeeld als u als DGA uw pensioen in eigen beheer in 2017 of 2018 heeft afgekocht. Als de door middeling herberekende belasting meer dan € 545 lager is dan de eerder berekende belasting over de drie middelingsjaren krijgt u het surplus terug. Let op: uw verzoek om middeling moet worden ingediend binnen 36 maanden nadat de aanslagen van de drie jaren die u wilt middelen onherroepelijk vaststaan. Een verzoek om middeling is per maart 2019 wel erg gemakkelijk geworden. Bij het verzoek hoeven niet langer berekeningen te worden meegestuurd. U kunt volstaan met het opgeven van de drie jaren die u wil middelen. De Belastingdienst beschikt door een wijziging in de computersystemen (?) over alle relevante gegevens om het verzoek om middeling in behandeling te nemen en af te handelen. Zie ook: Verzoek om middeling inkomstenbelasting.
Huisvesting arbeidsmigranten kost toeristenbelasting
De toeristenbelasting is een gemeentelijke belasting die geheven wordt van bezoekers, van personen die niet in de betreffende gemeente staan ingeschreven. De belasting wordt geheven van de exploitant van het hotel, het pension, de caravan of bungalow, de plaats waar de bezoeker overnacht, en die kan de belasting aan de bezoeker doorberekenen. De hoogte van de toeristenbelasting verschilt per gemeente. Arbeidsmigranten zijn ook vaak ‘bezoekers’. De ondernemer die de huisvesting voor deze tijdelijke arbeidskrachten regelt kan met een extra kostenpost te maken krijgen, zo blijkt uit een recente uitspraak van Hof Den Bosch.
Zonnepanelen: BTW-aftrek op bouwkosten woning!
Gaat u een nieuwe woning (laten) bouwen? En kiest u voor zonnepanelen op het dak? Laat dan niet-geïntegreerde panelen monteren! Als u voor de exploitatie van de zonnepanelen BTW-ondernemer wordt, kunt u niet alleen de BTW op de aanschaf en installatie van de zonnepanelen bij de Belastingdienst terugvragen, maar ook de omzetbelasting op een evenredig deel van de bouwkosten van uw woning. Volgens Rechtbank Gelderland kunnen niet-geïntegreerde zonnepanelen worden aangemerkt als roerende, zelfstandige goederen omdat die eenvoudig te demonteren en te verplaatsen zijn. De zonnepanelen zijn geen bestanddelen van de woning. Het dak van de woning staat dan niet alleen ten dienste van de nuttige ruimten in de woning, maar wordt ook gebruikt voor de ondersteuning van de zonnepanelen. Die zakelijke functie leidt tot een evenredige aftrek van de BTW op bouwkosten van dat dak. Deze uitspraak maakt het plaatsen van zonnepanelen fiscaal nog aantrekkelijker.
Kan ik mijn zoon onterven?
Ik ben weduwnaar, ik heb een zoon en die gaat niet goed. Ik wil hem onterven en mijn vermogen aan zijn drie kinderen, mijn kleinkinderen, nalaten. Een paar jaar geleden is mijn zoon de verkeerde kant opgegaan, en dat heeft onze vader-zoonrelatie sterk onder druk gezet. Met mijn kleinkinderen heb ik een prima verstandhouding; zij zijn volwassen, leiden hun eigen leven en doen nuttige dingen. Ik heb hen vorig jaar alle drie een ton geschonken om hun hypotheek deels af te lossen. Hoe pakt een en ander uit als ik bij testament mijn zoon onterf en mijn vermogen aan mijn drie kleinkinderen, ieder een derde deel nalaat?
Antwoord
U kunt uw zoon onterven. Maar dat betekent niet dat hij niets van uw vermogen krijgt! Uw zoon kan als wettelijk erfgenaam altijd een beroep doen op zijn legitieme portie. Hij kan aanspraak maken op de helft van de erfenis waarop hij recht zou hebben gehad als hij niet was onterfd. Als u uw drie kleinkinderen bij testament aanwijst als uw erfgenamen, verkrijgen zij ieder een derde deel van de helft van uw vermogen. De andere helft gaat op aan de legitieme portie voor uw zoon. U kunt de aanspraak van uw zoon niet verlagen door alvast schenkingen aan uw kleinkinderen te doen. De schenkingen voor de eigen woning die u vorig jaar uw kleinkinderen hebt gegeven, moeten worden meegeteld bij het vaststellen van de legitieme portie van uw zoon. Als u uw kleinkinderen bij elkaar € 300.000 hebt geschonken, neemt de legitieme portie van uw zoon daardoor met € 150.000 toe. Op die manier komt zijn legitieme portie hoger uit dan de helft van uw nalatenschap. Van belang is ook of uw zoon nog recht heeft op zijn erfdeel van uw overleden vrouw, zijn moeder. Als bij haar overlijden haar nalatenschap in gelijke delen verdeeld is tussen u en uw zoon – als zij bij testament niet anders heeft bepaald – krijgt uw zoon eerst nog wat hem toekomt van zijn moeder. Pas daarna wordt uw nalatenschap vastgesteld. Uw zoon heeft ruim de tijd om een beroep op zijn legitieme portie te doen. Dat verzoek moet gedaan worden binnen een door de erfgenamen gestelde redelijke termijn, en uiterlijk binnen een periode van vijf jaar na uw overlijden. Dat kan met een simpele verklaring, naar de erfgenamen. Als uw zoon een beroep doet op zijn legitieme portie, maakt hem dat niet alsnog erfgenaam. Hij heeft recht op een geldbedrag, hij heeft een vordering op de erfgenamen. Hij heeft geen recht op afgifte van goederen en hij kan ook niet meebeslissen als er goederen uit uw nalatenschap worden verkocht. U kunt in uw testament gebruikmaken van een niet-opeisbaarheidsclausule en zo regelen dat uw zoon zijn legitieme portie voor langere tijd niet kan opeisen.
Tot slot: als u uw zoon buiten uw erfenis wilt houden is er meer erfbelasting verschuldigd. Voor uw zoon geldt een tarief van 10% over de eerste € 124.727, en 20% over het meerdere, voor uw kleinkinderen komt daar een opslag van 80% bovenop. Hun tariefstelling komt uit op 18% en 36%.
Overleg eens met uw zoon én uw adviseur of er geen andere oplossing is voor uw verstoorde vader-zoonrelatie.
Jubelton: ook voor al betaalde verbouwingskosten!
De jubelton: wie kent hem niet. De Successiewet kent een eenmalige hoge vrijstelling voor een schenking van een ton voor de eigen woning. De vrijstelling geldt voor schenkingen aan een ieder die tussen de 18 en 40 jaar jong is, een familieband is niet vereist als de ‘jubelton’ maar gebruikt wordt voor de koop of verbouwing van een eigen woning, ofwel de aflossing van de eigenwoningschuld of restschuld.
Rechtbank Gelderland heeft recent beslist dat deze vrijstelling ook kan worden benut als de begiftigde de verbouwingskosten aan zijn eigen woning al heeft gemaakt en betaald vóórdat hij de jubelton heeft ontvangen. De wet eist dat de begiftigde het geschonken bedrag in het jaar van schenking of in de daarop volgende twee kalenderjaren besteed moet hebben aan verbetering of onderhoud van de woning. Daarbij is geen volgtijdelijk verband voorgeschreven. Anders gezegd: de jubelton (in 2019 opgelopen tot € 102.010) kan ook voor voorgeschoten kosten!
Check samenloop inleners- en bestuurdersaansprakelijkheid
De ontvanger van de Belastingdienst is een machtige schuldeiser; hij kan een ondernemer in moeilijkheden ‘maken en breken’. Hij heeft een preferente positie als schuldeiser, en een surplus aan juridische invorderingsmaatregelen. Bijvoorbeeld uit hoofde van de inleners- en bestuurdersaansprakelijkheid. Als u als ondernemer personeel inleent van een andere ondernemer, en die andere ondernemer – de uitlener, het uitzendbureau – komt zijn fiscale verplichtingen niet na, dan kunt u als inlener aansprakelijk gesteld worden voor de loon- en omzetbelasting die de uitlener verschuldigd is over de aan u geleverde diensten. Vereist is dan wel dat het ingeleende personeel onder uw leiding en toezicht heeft gewerkt. Maar dat vindt de rechter al snel het geval. De inlener die zich verzet tegen zo’n aansprakelijkstelling wijst vaak in de richting van de bestuurders van de BV-uitlener. Waarom worden die niet eerst aansprakelijk gesteld? De wet kent geen rangorde tussen beide aansprakelijkheidsregelingen. Anders gezegd: de ontvanger mag beide aansprakelijkstellingen tegelijkertijd oppakken. Hier geldt één belangrijke uitzondering: als de uitlener een BV is met slechts één werknemer / bestuurder moet de ontvanger eerst de bestuurdersaansprakelijkheid stellen en afwikkelen voordat hij de inlenersaansprakelijkheid kan inroepen. Is uw uitlener een BV met één of meerdere werknemers/ bestuurders? Check het: het kan de inlenersaansprakelijkheid voorkomen.
Meewerkbeloning van € 1.500: geen aftrek als vrijwilligersvergoeding
Veel MKB-ondernemers drijven hun onderneming samen met de partner. De ondernemer kan de beloning voor die werkzaamheden als bedrijfskosten opvoeren, de partner moet die aangeven als resultaat uit overige werkzaamheden. Door de meewerkbeloning wordt de winst uit onderneming deels aan de partner toegerekend, en dat kan fiscaal voordelig uitpakken. De meewerkbeloning moet wel tenminste € 5.000 bedragen. De wet hanteert dit normbedrag voor een aftrek op de winst: de ondernemer kan een lagere vergoeding niet aftrekken. Ook niet als vrijwilligersvergoeding, zo blijkt uit een recente uitspraak van Rechtbank Den Haag.
Verzekeringen: polissen zoeken en vinden
Bent u op zoek naar een verzekeringspolis? Van u zelf, of van een overleden familielid? U weet zeker dat er een verzekering is afgesloten, maar die polis: nergens te vinden. Het Verbond van Verzekeraars heeft een zoekservice voor polissen. Op de link polis zoek? kunt u een aanvraag doen, als u alles hebt geprobeerd om zelf uit te zoeken of en waar nog een polis loopt. Succes!