Nieuwsbrief Zwolse Adviesgroep 2021-02

Nieuwsbrief Zwolse Adviesgroep 2021-02
2 maart 2021 Marleen Haring

Ook in 2021 versoepeling urencriterium

Nu het werk in veel sectoren nog steeds zo goed als stil ligt, komen veel IB-ondernemers niet aan de 1.225 uren per jaar die nodig zijn om te voldoen aan het urencriterium. Hierdoor dreigen zij hun fiscale voordelen, zoals de zelfstandigenaftrek, startersaftrek en meewerkaftrek, te verliezen. Om die reden heeft het kabinet besloten om het urencriterium ook in 2021 te versoepelen. Voor de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 gaat de Belastingdienst ervan uit dat ondernemers 24 uur per week aan hun onderneming hebben besteed. Voor ondernemers die juist altijd een piek in het werk hebben tussen 1 januari en 1 juli is er een aparte regeling. Deze ondernemers mogen van hetzelfde aantal uren uitgaan als in de piekperiode van 2019. Vereist is wel dat de ondernemer deze uren aannemelijk kan maken.

Heeft u naast uw onderneming nog een baan in loondienst? Dan moet u minimaal 50% van uw werkzame tijd (en minimaal 1.225 uren) besteden aan uw onderneming. Doet u dit niet, dan voldoet u niet aan het urencriterium. Ongeacht het aantal uren dat u voor de onderneming maakt. Deze eis geldt echter niet als u in één van de vijf voorafgaande jaren geen ondernemer was.

Vraag om kwijtschelding belastingschulden

In 2020 hebben ondernemers al voor miljarden aan belastingbetalingen uitgesteld, en die mogelijkheid blijft er tot in elk geval 1 juli 2021. Heeft u ook gebruik gemaakt van deze regeling? Houd er dan rekening mee dat u uw nieuwe betalingsverplichtingen weer tijdig moet voldoen zodra het uitstel afloopt. Doet u dat niet, dan valt u niet onder de ruime terugbetalingsregeling. Onder deze terugbetalingsregeling krijgt u in totaal drie jaar de tijd om uw belastingschulden af te lossen. De regeling start op 1 oktober 2021.

Kunt u ondanks de ruime regeling uw belastingschulden niet volledig terugbetalen? Dan zal de Belastingdienst uw saneringsverzoek ‘binnen de bestaande wettelijke kaders met een welwillende blik’ beoordelen. Dat wil zeggen dat de fiscus bij twijfel een verzoek zal toekennen als blijkt dat de betalingsregeling geen soelaas biedt. Ook zal de Belastingdienst aannemen dat uw onderneming nog levensvatbaar is als bijvoorbeeld de bank of de accountant daar positief over is. Dat u uw financiële middelen niet hebt kunnen gebruiken om belastingschulden af te lossen, is nu ook geen reden meer om een saneringsverzoek af te wijzen. De staatssecretaris van Financiën werkt momenteel aan een ‘time-out arrangement’ met algemene richtlijnen voor het kwijtschelden van schulden.

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) fiks verruimd

Het kabinet heeft een breder pakket aan steunmaatregelen om het bedrijfsleven door de coronacrisis te loodsen. De grootste verandering zit in de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL). Uw onderneming moet nog steeds minstens 30% omzetverlies hebben om hiervoor in aanmerking te komen. Maar er zijn een aantal belangrijke veranderingen:

• Het subsidiepercentage gaat flink omhoog naar 85% bij een omzetverlies van 30%. Eerder was de vergoeding nog 50% bij 30% omzetverlies, en dat liep op naar 70% bij 100% omzetverlies.

• De grens van maximaal 250 werknemers wordt losgelaten: alle ondernemingen kunnen nu TVL krijgen ongeacht het aantal werknemers, als ze aan de andere voorwaarden voldoen.
• Het maximumbedrag gaat omhoog van € 90.000 naar € 330.000. Dit bedrag geldt voor ondernemingen met maximaal 250 werknemers. Ondernemingen met meer werknemers kunnen tot € 400.000 terugkrijgen. De extra tegemoetkoming voor winkeliers die met voorraad blijven zitten wordt verlengd naar het eerste kwartaal van 2021.
• Voor starters wordt er gewerkt aan een aparte regeling, die gebaseerd wordt op de TVL. Startende ondernemers vielen tot nu toe meestal buiten de boot. De nieuwe regeling zou dan gelden voor ondernemingen die tussen 1 januari en 1 juni 2020 zijn gestart.

Bent u een zzp’er? U kunt de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO) straks met terugwerkende kracht voor de voorgaande maand aanvragen en de geplande invoering van een vermogenstoets per 1 april 2021 gaat niet door.

Meer subsidie voor lonen via NOW

Vanwege de verlenging van de lockdown heeft het kabinet besloten om de vergoeding van de loonsom in de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) te verhogen. Zowel in het eerste als het tweede kwartaal van 2021 kunt u maximaal 85% (was 80%) van de loonsom vergoed krijgen. Daalt de loonsom in het eerste en tweede kwartaal met maximaal 10%, dan heeft dit geen gevolgen voor de hoogte van het subsidiebedrag. De vrijstelling van de loonsom zou in het tweede kwartaal verhoogd worden naar 20%, maar blijft nu dus maximaal 10%. Om in aanmerking te komen voor de NOW moet u een minimaal omzetverlies van 20% hebben (was 30%). Het maximaal te vergoeden loon per werknemer blijft in beide kwartalen gebaseerd op tweemaal het dagloon.

U kunt tot en met 14 maart NOW-subsidie aanvragen voor de maanden januari, februari en maart. Voor de maanden april, mei en juni is dat mogelijk vanaf 17 mei tot en met 13 juni. Houd er wel rekening mee dat de eerste uitbetalingen, vanwege het meenemen van de nieuwe verhoging van de vergoeding in de voorschotten, een aantal dagen later kunnen worden overgemaakt dan u gewend bent van eerdere NOW-uitbetalingen.

Excessieve vertrekvergoeding vanaf € 568.000

Geeft uw onderneming bij vertrek van een werknemer een excessieve vertrekvergoeding mee, dan moet u over het deel van de vergoeding dat boven het zogenoemde toetsloon uitkomt 75% aan pseudo-eindheffing betalen. Dit komt bovenop de reguliere loonheffingen. Een vertrekvergoeding is in 2021 excessief als deze meer dan € 568.000 bedraagt. In 2020 lag die grens nog bij € 559.000.

Voor de bepaling van het toetsloon en het berekenen van excessieve deel van de vertrekvergoeding is onder meer van belang in welk jaar een werknemer in dienst kwam: vóór of op 1 januari 2019, in de loop van 2019, in 2020 of in 2021. Ook moet u voor de bepaling van het toetsloon uitgaan van het loon voor deloonbelasting/premie volksverzekeringen, inclusief eindheffingsloon. Het toetsloon moet altijd een jaarbedrag zijn. Dus als een werknemer slechts een deel van het jaar in dienst was, moet u het loon naar een jaarbedrag omrekenen. Is het toetsloon lager dan of gelijk aan € 568.000, dan hoeft u geen aangifte te doen, als het hoger is waarschijnlijk wel.

U moet de aangifte voor de vergoeding schriftelijk indienen met een apart aangifteformulier. Vraag dit formulier aan bij de afdeling pseudo-eindheffing van de Belastingdienst (kantoor Amsterdam). De pseudo-eindheffing geeft u aan in het aangiftetijdvak waarin de dienstbetrekking eindigt.

Meer weten? Raadpleeg de Toelichting excessieve vertrekvergoeding 2021 van de Belastingdienst.

Hoe voorkomen we de bijtelling voor bestelauto’s die niet privé gebruikt mogen worden?

Onze onderneming heeft een aantal bestelauto’s, waarvan het niet de bedoeling is dat die privé gebruikt worden. Is dit handig te regelen?

Antwoord

Uw onderneming mag werknemers verbieden om de bestelauto van de zaak privé te gebruiken. Er is dan dus geen sprake van bijtelling. Als voorwaarde voor het niet bijtellen geldt dat u het verbod op privégebruik in een schriftelijke afspraak met de werknemer vastlegt en deze afspraak in uw administratie bewaart.

Verder moet u (aantoonbaar) voldoende toezicht houden op naleving (of overtreding) van het verbod en uw bevindingen daarbij vastleggen. Dit kunt u doen door bijvoorbeeld de kilometerstanden te controleren, na te gaan wanneer eventuele verkeersovertredingen zijn begaan, de hoeveelheid verbruikte brandstof te controleren en te controleren of uw werknemers buiten werktijd brandstof hebben getankt.

Ook moet u een passende sanctie opleggen bij overtreding van het verbod. De fiscus noemt als passende sancties een geldboete die in verhouding staat tot de loonheffingen over de bijtelling, het verhalen van de bij uw onderneming nageheven loonheffingen op de werknemers of zelfs ontslag.

U kunt met de Belastingdienst een collectieve afspraak maken voor een verbod voor (een groep) werknemers op het privégebruik van de ter beschikking gestelde bestelauto’s. U moet de afspraak schriftelijk vastleggen en hier aantoonbaar toezicht op houden en uw bevindingen ook altijd schriftelijk vastleggen. Het grote voordeel van een collectieve afspraak voor meerdere werknemers ineens is dat de bijtelling en rittenregistratie niet meer nodig zijn: de gemaakte afspraak met de fiscus geldt als bewijs.

Vrije ruimte WKR weer tijdelijk verruimd

Een belangrijk onderdeel van het economisch steun- en herstelpakket van de overheid is de tijdelijke verhoging van de vrije ruimte van de werkkostenregeling. De vrije ruimte gaat net als vorig jaar omhoog van 1,7% naar 3% over de eerste € 400.000 van de loonsom van uw onderneming. Anders dan vorig jaar geldt boven de € 400.000 een vrije ruimte van 1,18%, in plaats van 1,2% in 2020. Brengt u méér in deze vrije ruimte onder, dan moet u over het meerdere 80% eindheffing betalen. U mag zelf bepalen of u de vrije ruimte wilt gebruiken en waar u die aan wilt besteden, zolang de vergoedingen en verstrekkingen maar voldoen aan de gebruikelijkheidstoets.

Het kabinet onderzoekt momenteel ook de mogelijkheden van een onbelaste thuiswerkvergoeding. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door de invoering van een extra gerichte vrijstelling, waardoor zo’n vergoeding niet van de vrije ruimte snoept.

Uitbreiding MOSS-regeling per 1 juli 2021

Per 1 juli 2021 zal de Mini-One-Stop-Shop-regeling (MOSS-regeling) worden uitgebreid. Naast ondernemers die omroep-, telecommunicatie- en elektronische diensten aan particulieren verrichten kunnen ondernemers straks ook voor afstandsverkopen een beroep doen op de regeling. Daarom gaat de MOSS-regeling de One-Stop-Shop-regeling (OSS-regeling) heten. Van afstandsverkopen is sprake als:

• u goederen verkoopt al dan niet via internet aan particulieren die gevestigd zijn in een andere EU-lidstaat; en
• u deze goederen rechtstreeks bij de particulieren aflevert.

Tot 1 juli 2021 geldt dat de BTW wordt geheven in de lidstaat waar de ondernemer is gevestigd, totdat er een bepaald drempelbedrag wordt overschreden. Bij overschrijding van het drempelbedrag, vindt de levering plaats in het land van de particulier. In dat geval moet u een factuur met het BTW-tarief van het land van de particulier sturen en deze BTW in dat land aangeven en afdragen. Per 1 juli 2021 vervallen de diverse drempelbedragen en bent u vanaf de eerste levering aan een particulier in een andere lidstaat, in die lidstaat BTW verschuldigd. U hoeft zich door de OSS-regeling niet meer in andere EU-lidstaten te registreren, maar kunt de aangifte en afdracht in Nederland (land van vestiging) zelf regelen.

Alvast voorbereiden op komst webmodule

Als u een opdracht bij een zzp’er neerlegt, wilt u natuurlijk zekerheid over de arbeidsrelatie. Het kabinet wil u met een webmodule duidelijkheid – en waar mogelijk zekerheid – geven over de kwalificatie van de arbeidsrelatie van opdrachtnemers voor de loonheffingen. De webmodule zal bestaan
uit een vragenlijst met vragen over onder meer:

• de duur van de opdracht;
• doorbetaling bij ziekte en vakantie;
• de tijdsbesteding aan de opdracht;
• eerdere werkzaamheden voor de opdrachtgever;
• of de opdrachtnemer werkzaamheden verricht die bij dezelfde onderneming ook door werknemers worden verricht

Op basis van de antwoorden kunnen strafpunten worden opgelegd. Hoe meer strafpunten u bij het invullen voor een bepaalde opdracht krijgt, hoe groter de kans is op een dienstbetrekking bij deze opdracht. Het gebruik van de webmodule is overigens niet verplicht. Het invullen van de webmodule leidt tot drie mogelijke uitkomsten: indicatie dienstbetrekking, geen oordeel mogelijk (twijfel) of opdrachtgeversverklaring. De opdrachtgeversverklaring geeft u de zekerheid dat u voor de opdracht waarvoor u de webmodule heeft ingevuld geen loonheffingen hoeft af te dragen. De vrijwaring geldt alleen voor zover de vragen naar waarheid zijn ingevuld en er in de praktijk ook in lijn met die antwoorden wordt gewerkt. In januari is de pilot met de webmodule gestart. Deze zal zes maanden duren, waarna een evaluatie volgt. Op basis daarvan neemt het kabinet een beslissing over het vervolg van de webmodule.