Nieuwsbrief Zwolse Adviesgroep juni 2018

Nieuwsbrief Zwolse Adviesgroep juni 2018
19 juni 2018 Marleen Haring

CPB ‘kraakt’ argument extra taks dga

Ondernemers wisselen nauwelijks van rechtsvorm, zo blijkt uit een analyse van het Centraal Planbureau (CPB). Eens gekozen, blijft gekozen.

Het CPB heeft zitten rekenen met gegevens van ondernemers voor de inkomstenbelasting (IB-ondernemers) en dga’s met een bv in de periode tussen 2007 en 2014. Slechts 0,8% van de IB-ondernemers is drie jaar later een dga. En van de dga’s is 2,8% na drie jaar een IB-ondernemer geworden.

Daar komt bij dat fiscale motieven van ondergeschikt belang zijn bij het overstappen, aldus het CPB. Daaruit valt volgens de onderzoekers af te leiden dat de overheid best beperkte aanpassingen kan doen in de belastingdruk, zonder dat ondernemers massaal gaan switchen van rechtsvorm.

Die laatste conclusie van het planbureau is opvallend. De vermeende ‘aanzuigende werking’ van de bv is namelijk juist een belangrijk argument van het kabinet om het tarief op inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) op te schroeven. Door de verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting zouden anders veel ondernemers voor de bv gaan kiezen, luidt de redenatie. Maar het CPB-onderzoek laat dus zien dat ondernemers vrij honkvast zijn als het om de rechtsvorm gaat.

Bij ondernemers die overstappen van rechtsvorm blijkt vooral de winst die een onderneming maakt een rol te spelen, zo laat onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) zien.

Bij een inkomen tot € 75.000 is er voor de ondernemer voor de inkomstenbelasting (IB-ondernemer) in principe geen prikkel om een bv op te tuigen, zo signaleert het CPB. Boven dat bedrag zijn er meer overstappers. Bij de dga’s is het andersom: zodra het inkomen onder de € 50.000 zakt, kiezen zij weer vaker voor het IB-ondernemerschap.

Ook andere overwegingen spelen een rol bij de keuze voor de rechtsvorm, Bijvoorbeeld de beperkte aansprakelijkheid die een bv oplevert.

Verder blijkt uit het CPB-onderzoek dat dga’s oppotten in de bv. Tussen 2007 en 2014 keerde twee derde van de dga’s helemaal geen winst uit. Het CPB noteerde ook twee pieken: in 2007 en 2014. In die twee jaren was het tarief in box 2 namelijk tijdelijk 22% in plaats van 25%. Het CPB verwacht dat een hoger tarief in box 2 ertoe leidt dat dga’s meer winst binnen de bv zullen houden. En dat levert weer minder belastinginkomsten op. Ook dat zou dus een reden kunnen zijn om het box 2-tarief niet te verhogen.

 

Fiscus vindt € 2.400 aan vergoedingen nog schappelijk

De Belastingdienst heeft aangegeven welk bedrag aan vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen de dienst nog als ‘gebruikelijk eindheffingsloon’ beschouwt. Die grens ligt op maximaal € 2.400 per werknemer per jaar. Zo lang u die grens niet overschrijdt, lijkt er dus niets aan de hand. Toch moet u ook dan blijven opletten: de vrije ruimte bedraagt namelijk 1,2% van de loonsom. Overschrijdt u die grens, dan betaalt u 80% eindheffing over het meerdere.
De Belastingdienst moet bij een overschrijding van dit bedrag aantonen dat dit ongebruikelijk is. Het is dus niet aan u om bewijs aan te leveren voor de gebruikelijkheid van de vergoeding of de verstrekking. De fiscus is als eerste aan zet.

 

Hoge premie terug te claimen

Werkgevers die in 2014 een hoge premie voor de Werkhervattingskas (Whk-premie) moesten betalen vanwege de instroom van werknemers in de Ziektewet vanuit hun onderneming, kunnen mogelijk duizenden euro’s aan betaalde premie terugkrijgen. Dat volgt uit een uitspraak van Gerechtshof Amsterdam.

De Whk-premie over een bepaald jaar wordt altijd gebaseerd op de ziekte-instroom van twee jaar eerder. Een werkgever stapte naar de rechter toen hij een hoge Whk-premie over 2014 moest betalen, omdat hij in 2012 nog niet wist dat dat het gevolg zou zijn van het ziek uit dienst laten gaan van een werknemer met een tijdelijk contract. Het hof gaf de werkgever gelijk: werkgevers mochten er in 2012 op vertrouwen dat het ziek uit dienst laten gaan van een tijdelijke werknemer geen grootse gevolgen zou hebben. Het premiepercentage werd daarom verlaagd naar enkel de sectorpremie.

Dit oordeel zet de deur open voor andere werkgevers om claims in te dienen over het jaar 2014. Zij wisten immers allemaal in 2012 nog niet dat er negatieve financiële gevolgen zouden zijn van het ziek uit dienst laten gaan van werknemers met een tijdelijk contract.

Hof Amsterdam, 1 november 2017, ECLI (verkort): 4830

Voordeel laag loon

Als u werknemers in dienst heeft met een laag loon, kunt u een tegemoetkoming in de loonkosten krijgen: het lage-inkomensvoordeel (LIV). Het LIV geldt voor een werknemer die op basis van de gegevens uit uw loonaangiften:

  • een gemiddeld uurloon heeft van minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon;
  • tenminste 1.248 uren verloond heeft;
  • de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt.

Voor 2018 gelden voor het LIV de volgende bedragen:

  • Voor werknemers met een gemiddeld uurloon tussen € 9,66 en € 10,63 ontvangt u € 1,01 per uur. Het maximum is € 2.000 per werknemer per jaar.
  • Voor werknemers met een gemiddeld uurloon tussen € 10,63 en € 12,08 krijgt u € 0,51 per uur. Het maximum is € 1.000 per werknemer per jaar.

 

Fiscale eenheid behoudt renteaftrek

De spoedmaatregelen die het kabinet heeft aangekondigd voor fiscale eenheden hebben een hoop ondernemingen zenuwachtig gemaakt. Maar zij krijgen iets meer lucht. Staatssecretaris Snel van Financiën komt met een overgangsmaatregel.

De spoedmaatregelen volgen op een voor Nederland negatieve uitspraak van het Europese Hof van Justitie. Door de ingrepen kunnen Nederlandse fiscale eenheden voor de vennootschapsbelasting plots te maken krijgen met bijvoorbeeld beperkingen in de renteaftrek. Staatssecretaris Snel van Financiën erkent nu de ‘hardheid’ van de maatregelen.

De staatssecretaris stelt tot eind 2018 een drempel in voor het toepassen van de beperking van de renteaftrek. Voor onderlinge schulden binnen de fiscale eenheid waarvan de rentes opgeteld onder de € 100.000 blijven, geldt de beperking onder voorwaarden niet.

 

Niet blind varen op website fiscus

Belastingplichtigen die blind vertrouwen op de site van de fiscus kunnen van een koude kermis thuiskomen. Want de site is maar ‘een hulpmiddel’ en de informatie erop ‘is niet leidend’, blijkt maar weer eens uit een recente rechtszaak.

In deze zaak draaide het om een vrouw die een woonboot huurde. Uit informatie op de site van Belastingdienst/Toeslagen leidde zij af dat ze ook huurtoeslag kon aanvragen. En over 2013 betaalde de fiscus haar ook de huurtoeslag uit als voorschot. Maar later kwam de dienst daarvan terug. De huurtoeslag over 2013 was onterecht uitgekeerd en moest terugbetaald worden.

De zaak kwam uiteindelijk terecht bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS), de hoogste bestuursrechter in ons land. De vrouw probeerde daar de terugvordering van de huurtoeslag ongedaan te maken met een beroep op het vertrouwensbeginsel. Dit wil zeggen dat zij op basis van de gevonden informatie erop mocht vertrouwen dat zij goed bezig was en dat het onredelijk was van de Belastingdienst om het geld terug te vorderen.

Maar het valt niet mee om een geslaagd beroep te doen op het vertrouwensbeginsel, memoreerde de ABRvS in haar uitspraak. Daarvoor is een ‘concrete en ondubbelzinnige toezegging’ nodig van een bestuursorgaan. En daar was in dit geval geen sprake van. Iemand kan niet aan informatie op een website het vertrouwen ontlenen dat er recht op huurtoeslag is. ‘De website is slechts een hulpmiddel voor de burger en de gegeven informatie is niet leidend’, stelde de ABRvS. De voorwaarden in de wet zijn wél leidend voor het recht op huurtoeslag. In deze zaak mocht de Belastingdienst dus de toeslag terugvorderen.

ABRvS, 21 maart 2018, ECLI (verkort): 985


Loket innovatiegeld open

Voor innovatieve projecten van uw bv die binnen het topsectorenbeleid vallen kunt u ook dit jaar weer subsidie krijgen. Het loket voor de meeste instrumenten binnen de MKB Innovatiestimuleringsregeling Topsectoren (MIT-regeling) is sinds 17 april weer open.

Via de MIT-regeling kan uw bv meedoen aan innovatieprojecten van kennisinstellingen die door de overheid gesubsidieerd worden. Binnen de MIT-regeling zijn er verschillende instrumenten. In de eerste plaats kennisvouchers waarmee u terechtkunt bij een kennisinstelling voor onderzoek. Het budget hiervoor is voor 2018 vastgesteld op € 2 miljoen. Ten tweede haalbaarheidsprojecten: subsidie om technische en economische risico’s van een innovatieproject in kaart te kunnen brengen. Daarvoor is een totaalbudget van € 3 miljoen beschikbaar. Voor deze beide instrumenten kunt u tot 6 september 2018 om 17:00 uur een aanvraag indienen.
Om een aanvraag voor één van de MIT-subsidies te doen, heeft u een eHerkenningsmiddel nodig. Met eHerkenning kunt u zich online identificeren en zo vertrouwelijke gegevens veilig uitwisselen. Beschikt u al over een eHerkenningsmiddel, controleer dan of dit nog geldig is.

Kamer stemt extra eisen aan exportverzekering weg

De Tweede Kamer heeft tegen extra eisen gestemd voor ondernemingen die een exportkredietverzekering aan willen vragen bij de Nederlandse Staat. Wel ligt er bij dergelijke verzekeringen meer nadruk op maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo).

Ondernemers kunnen bij de Staat een exportkredietverzekering aanvragen. Dat gebeurt vooral voor transacties waarbij de ondernemer niet bij een reguliere verzekeraar terechtkan, bijvoorbeeld omdat de verzekering een hele lange periode moet dekken. Door de rol van de Staat zijn de risico’s voor ondernemers kleiner.

De Tweede Kamer boog zich opnieuw over de exportkredietverzekering vanwege een brief van staatssecretaris Snel van Financiën. Daarin benadrukt hij het belang van mvo-beleid bij dergelijke verzekeringen.
Partijen in de Tweede Kamer dienden een aantal moties in over de verzekering. Vooral met de vraag om het aandeel verzekeringen van duurzame projecten te verhogen. Maar die moties kregen niet voldoende steun. Ook een motie die vroeg om een extra screening op witwaspraktijken bij aanvragen voor een verzekering haalde het niet. De Kamer steunde wel een motie die een onderzoek vraagt naar hoe de aanvraagprocedure verkort kan worden.


WAB neemt arbeidsmarkt op de schop

Het kabinet heeft de arbeidsmarktmaatregelen uit het regeerakkoord samengebald in een wetsvoorstel: de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB).

De internetconsultatie over het wetsvoorstel is net afgerond. Minister Koolmees van Sociale Zaken wil het voorstel voor de zomer naar de Raad van State sturen voor advies. Daarna moeten de Tweede en de Eerste Kamer zich er nog over buigen. De maatregelen kunnen per 2020 ingaan.

Een kleine greep uit de maatregelen:

  • Werknemers krijgen weer na drie jaar recht op een vast contract.
  • Werknemers hebben al vanaf indiensttreding recht op de transitievergoeding.
  • Payrollers krijgen recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden (met uitzondering van pensioen) als de ‘reguliere’ werknemers van de opdrachtgever.

Tax free

De grote dag valt dit jaar op 19 juni. Welke grote dag? Vanaf dan hebben werknemers in Nederland genoeg gewerkt om hun belasting voor dit jaar te kunnen voldoen. Na die datum zijn de euro’s die binnenkomen dus ‘voor onszelf’. Het is overigens wel drie dagen later Tax Freedom Day in ons land dan vorig jaar. Maar het kan nog veel erger, zo laat het lijstje uit het Deloitte-onderzoek zien.

Dga kan overgangsregeling vergeten

Het kabinet ziet geen reden om een overgangsregeling in te stellen bij het opschroeven van het belastingtarief in box 2. Het tarief voor inkomen uit aanmerkelijk belang gaat stapsgewijs omhoog, van 25% nu naar 28,5% in 2021. Op die maatregel kwam veel kritiek uit ondernemershoek, waar de hogere taks werd afgeschilderd als een ‘boete op ondernemen’. Zeker voor dga’s zijn de druiven zuur door de maatregel. Want het doet een deel van het voordeel van de verlaging van de tarieven in de vennootschapsbelasting teniet.

Staatssecretaris Snel van Financiën erkent in een brief aan de Eerste Kamer dat reeds opgebouwde winsten nu tegen een hoger tarief worden belast. Maar de bewindsman merkt ook op dat dga’s, anders dan andere belastingplichtigen, het moment van belastingheffing zelf kunnen afstemmen. Stellen dga’s de belastingheffing uit door geen dividend uit te keren, dan lopen ze in de toekomst nu eenmaal tegen het verhoogde tarief aan, aldus Snel.
De staatssecretaris stelt verder dat dga’s er door de maatregelen van het kabinet gemiddeld op vooruit gaan. Dat komt door de lagere tarieven in box 1, waar de dga belasting betaalt over zijn (gebruikelijk) loon. Al met al ziet Snel dus geen reden om dga’s tegemoet te komen met een overgangsregeling.

Digitalisering rechtspraak voorlopig stilgelegd

Het idee was mooi: de juridische procedures in ons land zouden helemaal papierloos gaan verlopen. Een ambitieus plan. Té ambitieus, zo is inmiddels gebleken. Uit een onafhankelijk onderzoek bleek begin april dat het project veel meer tijd en geld gaat kosten dan eerder was gedacht. Minister Dekker van Rechtsbescherming heeft het digitaliseringsproject daarom per direct stilgelegd. Hij gaat nu onderzoeken hoe het verder moet. Wat de Raad voor de rechtspraak betreft worden de ambities teruggeschroefd. Het programma moet zich nu in eerste instantie richten op het digitaal uitwisselen van gegevens over rechtszaken.

 

Personeelskosten drukken winstgroei

De omzet van het Nederlandse mkb zat vorig jaar behoorlijk in de lift. Ondernemers draaiden 8% beter dan in 2016, tegen 7,4% omzetgroei een jaar eerder. Maar de winsten houden geen gelijke tred met de omzetten. De winstgroei zakte namelijk juist terug, van 20% naar 15,5%.

Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van accountantsorganisatie SRA, dat de jaarrekeningen van bijna zevenduizend mkb’ers doorvlooide. Dat het getal onder aan de streep minder hard groeit, heeft volgens SRA vooral te maken met de steeds hogere personeelskosten. Die kosten werden 8% hoger, opnieuw een sterkere stijging dan in voorgaande jaren.

Omdat het personeelstekort op sommige plekken steeds nijpender wordt, verwacht SRA dat de loonkosten voor mkb’ers dit jaar verder oplopen. En de winstgroei dus verder terugloopt. Gelukkig blijkt ook uit de cijfers dat het vaderlandse mkb wel een stootje kan hebben. Het eigen vermogen groeide vorig jaar namelijk met 17,5%.

Nieuwe ronde voor subsidie op duurzame inzetbaarheid

Vanaf eind deze maand kunt u weer een aanvraag indienen voor de Europese subsidie voor werkgevers die aan duurzame inzetbaarheid willen werken. Deze subsidie uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) kan per project oplopen tot maximaal € 12.500.

Het eerste tijdvak voor de subsidieaanvragen duurt van 25 juni 2018, 09.00 uur tot en met 29 juni 2018, 17.00 uur. Mocht u dat tijdvak niet halen met uw subsidieaanvraag, dan kunt u in het najaar nog in de herkansing. Van 12 november 09.00 uur tot en met 16 november 17.00 uur gaat er namelijk nog een tijdvak open. Voor 2019 is er ook al een tijdvak gepland, van 8 april 09.00 uur tot en met 12 april 17.00 uur. De aanvraag dient u in bij Uitvoering van Beleid (voorheen Agentschap SZW).

Voor elk tijdvak is € 15 miljoen beschikbaar. Maar een aanvrager kan maar van één aanvraagtijdvak gebruikmaken en ook maar voor één project subsidie krijgen. U kunt bijvoorbeeld een aanvraag indienen voor het inhuren van een adviseur die u helpt bij een project op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Zo’n project kan gericht zijn op het bevorderen van gezond en veilig werken binnen uw bv.

 

Dubbelcheck overboeking helpt

De extra check die Rabobank heeft ingevoerd bij betalingen via internetbankieren, helpt om het aantal foute overboekingen terug te dringen. De bank zegt dat de zogenoemde IBAN-Naam Check elke dag 1500 betalingen naar verkeerde rekeningen voorkomt. De klant krijgt bij het invoeren van een overboeking een melding als de naam van de ontvanger en het rekeningnummer niet met elkaar matchen. De klant kan zelf kiezen of hij de transactie alsnog door wil zetten of niet. Volgens Rabobank zijn klanten door de check 70% minder geld kwijt aan fraude met facturen.

Ook de andere Nederlandse banken zijn bezig met de IBAN-Naam Check. De Volksbank en ING voeren de check geleidelijk aan in bij de mobiele app en bij internetbankieren. ABN Amro volgt waarschijnlijk deze zomer.

 

Geen Europese belasting

De Tweede Kamer wil voorlopig niet dat er een Europese (omzet)belasting komt voor grote bedrijven als Google, Uber, Airbnb en Facebook. Nu betalen sommige multinationals nauwelijks omzetbelasting. De Europese Commissie stelt voor een uniform belastingtarief van 3% voor deze bedrijven te hanteren. Een Kamermeerderheid vindt echter dat het aan de lidstaten zelf is belasting te heffen.

Bron: NOS, 16 mei 2018

 

Getto-uitkering

Mensen die van de Duitse overheid een zogenoemde getto-uitkering ontvangen als vergoeding voor het onbetaalde werk dat zij tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam moesten doen, hoeven hierover met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016 geen belasting te betalen. Tot nu toe werd de uitkering als vorm van pensioen beschouwd waardoor er belasting werd geheven. De staatssecretaris van Financiën heeft een oplossing gevonden waarbij de uitkering buiten de belastingheffing blijft.

Bron: ministerie van Financiën, 18 mei 2018

 

Bezwaren btw-correctie privégebruik bedrijfsauto massaal afgewezen

De belastingdienst heeft de bezwaarschriften die in totaal bijna tweeduizend ondernemers indienden vanwege de btw-correctie voor het privégebruik van een bedrijfsauto massaal afgewezen. De fiscus vindt dat de ondernemers niet overtuigend hebben aangetoond dat zij hun zakelijke auto nauwelijks privé hebben gebruikt.

Sinds 2011 geldt voor de berekening van de btw-correctie over het privégebruik van een bedrijfsauto een vast percentage van 2,7 van de cataloguswaarde van de auto, tenzij men een rittenregistratie bijhoudt. Vorig jaar bepaalde de Hoge Raad echter dat het vaststellen van de werkelijke omvang van het privégebruik –en dus het aantonen dat het vaste percentage van 2,7 te hoog is- niet persé aan de hand van een rittenregistratie hoeft plaats te vinden. Ondernemers mogen dit ook op andere wijze aantonen waarbij alle omstandigheden in acht moeten worden genomen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de aard van de onderneming en de zakelijke doeleinden waarvoor de auto in de onderneming wordt gebruikt. Ook is hierbij van belang op welke wijze de auto voor privédoeleinden is gebruikt.
Naar aanleiding van dit arrest heeft een aantal belastingplichtigen de gelegenheid gekregen de lagere omvang van het privégebruik nader te motiveren en te onderbouwen. In totaal hebben 1874 personen hiervan gebruik gemaakt. De Belastingdienst heeft deze bezwaren inmiddels massaal afgewezen. De fiscus vond de aangeleverde gegevens niet overtuigend.

Bron: ministerie van Financiën, 9 mei 2018, 2018-0000029309

 

Wettelijk minimumloon per 1 juli omhoog

Het wettelijk minimumloon wordt per 1 juli 2018 met 1,05% verhoogd. Het ministerie van Sociale Zaken en Werk gelegenheid heeft de nieuwe bedragen gepubliceerd in de Staatscourant. Het onafgeronde aanpassingspercentage van 1,05 is conform de wettelijke regeling vastgesteld. Na de wettelijke afronding bedraagt het bruto wettelijk minimumloon voor werknemers van 23 jaar en ouder € 1.594,20 per maand, € 367,90 per week en € 73,58 per dag. Voor jongere werknemers gelden lagere bedragen.

Bron: ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 9 mei 2018, 2018-00000811666

 

UBO-register komt op z’n vroegst in 2019

De minister van Financiën heeft de Tweede Kamer laten weten dat het UBO-register (ultimate beneficial owner) niet eerder dan in 2019 zal worden ingevoerd. Het conceptwetsvoorstel wordt vermoedelijk begin 2019 ingediend bij de Tweede Kamer.

In het UBO-register komt informatie te staan over de ultimate beneficial owners van onder meer ondernemingen en stichtingen. Het register is bedoeld om relevante gegevens te registreren van de uiteindelijke belanghebbenden van ondernemingen en rechtspersonen die in Nederland zijn opgericht. Deze maatregel dient voornamelijk voor de bestrijding van schimmige fiscale constructies. Als bijvoorbeeld een bank een zakelijke relatie aangaat met een bv of stichting, moet de bank nagaan wie de UBO is.
Het was aanvankelijk de bedoeling het UBO-register al in de zomer van 2018 in te voeren, maar mede doordat er veel kritiek is op het register wordt dit uitgesteld. Ook heeft de minister aangegeven dat de wijzigingen in de antiwitwasrichtlijn die de Europese lidstaten vorig jaar hebben goedgekeurd ertoe leiden dat het oorspronkelijke wetgevingstraject niet zomaar kan worden doorgezet. Bovendien voorziet de wijzigingsrichtlijn in een verlenging van de implementatierichtlijn voor dit onderdeel tot achttien maanden nadat de wijzigingsrichtlijn in werking is getreden. Ook daarom is ervoor gekozen het aangepaste wetsvoorstel pas verder in procedure te brengen na de inwerkingtreding van de wijzigingsrichtlijn.

Bron: ministerie van Financiën, 20 april 2018, 2018-32252

 

Heffingskorting

De Belastingdienst heeft in maart en april 2018 een aantal onjuiste definitieve aanslagen inkomstenbelasting over 2015 en 2016 verstuurd. In deze aanslagen is de uitbetaling van heffingskortingen ten onrechte op € 0 gesteld. De fiscus zal deze fout herstellen en nieuwe definitieve aanslagen versturen met daarop de juiste bedragen.

Bron: Belastingdienst, 11 april 2018

 

Aanslag Vpb

De Belastingdienst heeft een aantal aanslagen vennootschapsbelasting (Vpb) verstuurd waarin fouten staan. Het gaat om definitieve aanslagen met 24 maart 2018 als datum. De fout is steeds hetzelfde, namelijk een onjuist bedrag bij de nog verrekenbare verliezen. De opgelegde aanslagen zijn wel juist. De Belastingdienst heeft laten weten brieven te versturen met daarin het juiste bedrag.

Bron: Belastingdienst, 21 maart 2018

 

Twee ondernemers mogen dertien auto’s hebben

Een ondernemer die gebruikmaakt van een groot aantal auto’s is niet bij voorbaat kansloos als hij de kosten van al deze auto’s in mindering wil brengen op de winst. Zo handhaafde Rechtbank Zeeland-West-Brabant de aftrek van autokosten van twee ondernemers die samen dertien zakelijke auto’s gebruikten.

De twee ondernemers hadden samen een aantal ondernemingen en beschikten in totaal over dertien auto’s. Zij trokken in totaal ongeveer € 50.000 aan autokosten af. De inspecteur vond dit veel te veel en stelde dat een maximale aftrek van € 35.000 op zijn plaats was. De rechtbank was het echter niet met de inspecteur eens dat de kosten voor het gebruik van de auto’s niet in verhouding stonden tot het nut van de voertuigen. De rechtbank stelde dat twee van de auto’s (oldtimers) alleen werden gebruikt om reclame te maken. Voor een auto die ook privé werd gebruikt had via de bijtelling een correctie plaatsgevonden. Verder waren ook de andere opgevoerde kosten terecht, aangezien bijvoorbeeld de benzinekosten niet lager waren geweest als de ondernemers minder auto’s hadden gebruikt. De rechtbank concludeerde dan ook dat die aftrek niet buitenproportioneel was.

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22 februari 2018, ELCI:NL:RBZWB:2018:1329


Kabinet zet afschaffing dividendbelasting door

Het kabinet ziet geen enkele aanleiding om de indiening van het wetsvoorstel tot afschaffing van de dividendbelasting uit te stellen. Dit heeft de minister van Financiën geantwoord op vragen in de Tweede Kamer. De afschaffing van de dividendbelasting is voorzien per 1 januari 2020, tegelijk met de implementatie van een bronbelasting op uitgaande dividendstromen en naar landen met zeer lage belastingen en in misbruiksituaties. De minister heeft aangegeven dat het wetsvoorstel om de dividendbelasting af te schaffen op Prinsjesdag 2018 zal worden aangeboden aan de Tweede Kamer.

Bron: ministerie van Financiën, 23 maart 2018, 2018-0000034769

 

Compensatie vrouwelijke zelfstandigen

Vrouwelijke zelfstandigen die tussen 7 mei 2005 en 4 juni 2008 zijn bevallen kunnen vanaf 15 mei 2018 tot 1 oktober 2018 een compensatie aanvragen bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de regeling getekend.

In mei 2005 verviel door een wijziging in de Wet arbeid en zorg de publieke zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen. Vanaf juni 2008 kregen deze vrouwen opnieuw recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering op grond van de Wet zwangerschaps- en bevallingsuitkering zelfstandigen. Vrouwen die in de tussenliggende periode waren bevallen vonden het onterecht dat zij geen recht hadden op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering. De Hoge Raad stelde hen in 2011 in het ongelijk, maar nadat Rechtbank Midden-Nederland hen in 2016 wél gelijk gaf en de Centrale Raad van Beroep in 2017 tot een tussenuitspraak kwam, besloot de minister om een compensatieregeling te treffen.
Ongeveer twintigduizend vrouwen komen nu in aanmerking voor een compensatie van € 5.600 bruto. Zij kunnen de compensatie vanaf 15 mei 2018 aanvragen waarna de compensatie vanaf 1 januari 2019 wordt uitgekeerd. Aangezien de zwangerschaps- en bevallingsuitkering een inkomensvoorziening is, telt de compensatie mee bij het bepalen van het gezinsinkomen wat gevolgen kan hebben voor toeslagen. Daarom wordt de compensatie in het nieuwe belastingjaar uitgekeerd, zodat de betreffende vrouwen de extra inkomsten tijdig kunnen doorgeven aan de Belastingdienst. Zo kan worden voorkomen dat in 2019 te veel huurtoeslag of zorgtoeslag wordt uitbetaald.

Bron: ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 8 maart 2018, 2018-0000041500