Verschillende activiteiten maken
nog geen vastgoedonderneming

Verschillende activiteiten maken
nog geen vastgoedonderneming
12 april 2022 Janneke Kreijkes

Hof Amsterdam: Het verrichten van vele activiteiten ten tijde van verkrijging met betrekking tot vastgoed betekent nog niet dat sprake is van een vastgoedonderneming.

BOR in erf- en inkomstenbelasting

Een vrouw bezat aandelen in een vennootschap met zes verhuurde bedrijfspanden. De omzet bestond alleen uit huuropbrengsten. De vrouw overleed en haar dochter was haar enige erfgenaam. Zij wilde de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) toepassen in de erfbelasting en de inkomstenbelasting.

Sprake van een materiële onderneming?

De inspecteur ging daarmee niet akkoord, omdat de vennootschap in zijn ogen geen materiële onderneming dreef. Het geschil spitste zich toe op de vraag of sprake was van een materiële onderneming. De dochter stelde dat de vennootschap het actieve beheer van de vastgoedportefeuille voerde en dat de werkzaamheden bestonden uit:

  • het zoeken van huurders;
  • het vaststellen van huurprijzen;
  • het voeren van correspondentie;
  • het beoordelen van verzekeringscontracten;
  • het uitvoeren van onderhoud;
  • het bijhouden van de financiële administratie;
  • het onderhouden van contracten;
  • het aanvragen van offertes en verstrekken van opdrachten aan aannemers en;
  • het onderhouden van kennis aangaande onroerend goed.

Uitspraak rechtbank

De rechtbank oordeelde dat geen sprake was van een materiële onderneming. Het Hof oordeelde dat de dochter aannemelijk diende te maken dat sprake was van een materiële onderneming ten tijde van de verkrijging, nu zij een beroep deed op de bedrijfsopvolgingsregeling.

Werkzaamheden vennootschap niet voldoende

Het Hof vond de enkele omstandigheid dat de vennootschap alle gestelde werkzaamheden zelf verrichtte op zichzelf onvoldoende om te concluderen dat sprake was van een materiële onderneming.

Er was geen sprake van werkzaamheden die meer omvatten dan normaal vermogensbeheer (arbeid-plus) en die onmiskenbaar ten doel hadden het behalen van voordelen die het bij normaal vermogensbeheer opkomende rendement te boven gaan (rendement-plus).

Bron: Hof Amsterdam, 9 december 2021