Wetsvoorstel Belastingplan 2023

Wetsvoorstel Belastingplan 2023
17 november 2022 Janneke Kreijkes

Op 20 september 2022 diende minister Kaag het pakket Belastingplan 2023 in bij de Tweede Kamer.

Het pakket Belastingplan 2023 bestaat uit zeven wetsvoorstellen, waaronder het wetsvoorstel Belastingplan 2023 en bevat onder meer de volgende maatregelen.

Box 3

Het tarief in box 3 wordt met 1%-punt per jaar verhoogd naar 34% in 2025. Met ingang van 1 januari 2023 wordt het heffingsvrije vermogen verhoogd van €50.650 naar €57.000. Vanaf 2026 gaat het nieuwe stelsel voor box 3 in.

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding

Het maximum van de onbelaste reiskostenvergoeding wordt per 1 januari 2023 verhoogd tot € 0,21 per kilometer.

Uitfasering oudedagsreserve

Omdat de FOR niet altijd wordt gebruikt als oudedagsvoorziening, wordt de FOR uitgefaseerd. Dit betekent dat er vanaf 2023 geen bedragen meer aan de FOR mogen worden toegevoegd.

Verlaging zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek wordt met ingang van 2023 afgebouwd in verschillende stappen naar € 900 in 2027.

Afschaffing middelingsregeling

Afschaffing van de middelingsregeling per 1 januari 2023. Het laatste tijdvak waarover nog kan worden gemiddeld omvat de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024.

Uitfasering Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)

De IACK wordt vanaf 2025 afgeschaft, behalve voor ouders met (een of meer) kinderen die vóór 1 januari 2025 zijn geboren.

Afbouw algemene heffingskorting met verzamelinkomen

De afbouw van de AHK wordt afhankelijk van het verzamelinkomen in plaats van alleen de hoogte van het inkomen in box 1.

Introduceren twee schijven box 2

Per 2024 wordt een tweeschijventarief in box 2 ingevoerd met een basistarief van 24,5% voor de eerste € 67.000 (bedrag 2024) en 31% voor het meerdere.

Verlagen schijfgrens vennootschapsbelasting en verhoging laag tarief

De schijfgrens in de vennootschapsbelasting wordt verlaagd van € 395.000 naar € 200.000 vanaf 1 januari 2023. Daarnaast wordt het lage tarief verhoogd van 15% naar 19%. Het hoge tarief blijft 25,8%.

Bron: Tweede Kamer, 20 september 2022, 36202 nrs. 1-4