De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie aangenomen. Dit wetsvoorstel vergroot de transparantie, verbetert de rechtsbescherming van schuldeisers en bestrijdt effectiever misbruik. De turboliquidatie wordt hierdoor toegankelijker voor ondernemingen en het gebruik ervan wordt gefaciliteerd.
Meer transparantie voor schuldeisers
De wet verplicht om meer transparantie te bieden aan schuldeisers bij het uitvoeren van de turboliquidatie. Zo moet de rechtspersoon binnen 14 dagen na de ontbinding een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar van ontbinding deponeren bij de Kamer van Koophandel.
Beschrijving baten
Daarbij dient een beschrijving te worden gevoegd van de oorzaak van het ontbreken van baten op het tijdstip van ontbinding, de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld en de redenen waarom een schuldeiser of schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven.
Controle door schuldeisers
Ook dienen jaarrekeningen over voorgaande boekjaren, die nog niet openbaar zijn gemaakt, in voorkomend geval inclusief de accountantsverklaring, alsnog te worden gedeponeerd. Onverwijld nadat deze deponeringen zijn gedaan, dient het bestuur daarvan mededeling te doen aan de schuldeisers. Hierdoor kunnen schuldeisers controleren of er geen sprake is van misbruik.
Kans op civielrechtelijk bestuursverbod en boete
Voldoet de vennootschap niet aan de verplichtingen uit de nieuwe wet, dan bestaat het risico dat een civielrechtelijk bestuursverbod en boete wordt opgelegd. Op verzoek van het Openbaar Ministerie kan de rechter aan bestuurders een bestuursverbod opleggen indien niet is voldaan aan de hierboven genoemde verantwoordingsverplichting, de bestuurder doelbewust handelingen heeft verricht waardoor schuldeisers aanmerkelijk zijn benadeeld of de bestuurder in de twee jaren voorafgaand aan de turboliquidatie al eerder betrokken was bij een turboliquidatie en hem te verwijten valt dat daarbij een schuldeiser niet betaald werd.
Bron: Tweede Kamer, 16 februari 2023, nr. 36172