Zwolse Adviesgroep nieuwsbrief no. 2018-08b

Zwolse Adviesgroep nieuwsbrief no. 2018-08b
3 december 2018 Marleen Haring

Eindejaarstips 2018 voor ib-ondernemers

Bent u nog in loondienst? Word IB-ondernemer!

Steeds meer mensen kiezen ervoor om ondernemer te worden. Nederland kent steeds meer zelfstandige ondernemers. Er zijn veel goede redenen om ondernemer te worden: meer vrijheid, betere kansen op ontplooiing en natuurlijk economische en financiële redenen. e overheid stimuleert het zelfstandig ondernemerschap en biedt startende ondernemers volop fiscaal voordeel. Door al die gunstregelingen voor IB-ondernemers is de belastingdruk op winst uit onderneming veel lager dan op inkomsten uit arbeid. Dat verschil kan oplopen tot wel 35%! De startende IB-ondernemer moet dan wél voldoen aan het urencriterium: zie hierna onder Zorg voor een urenadministratie! Voor dga’s met een bv is dat verschil in belastingheffing een goede reden om na te gaan of zij niet naast de bv een eenmanszaak moeten opstarten, om zo een deel van hun salaris ‘om te bouwen’ naar (lager belaste) winst uit onderneming.

De nieuwe regeling voor ZZP-ers: bent u er klaar voor?

Rutte III wil de fiscale en juridische positie van ZZP-ers ingrijpend wijzigen. De aangekondigde nieuwe regeling – in het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ – moet per 1 januari 2021 ingaan. De huidige wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) komt te vervallen.

• Voor ZZP-ers aan de ‘onderkant’ van de arbeidsmarkt wordt bepaald dat er altijd sprake is van een arbeidsovereenkomst als zij hun diensten aanbieden tegen een laag tarief én zij ofwel langere tijd voor dezelfde opdrachtgever werken (langer dan 3 maanden), ofwel bij de opdrachtgever werkzaamheden verrichten die behoren tot zijn reguliere bedrijfsactiviteiten. Het kabinet kiest voor één laag tarief om de gehele markt aan de onderkant af te bakenen, en dat tarief wordt gesteld op een bedrag dat overeenkomt met loonkosten tot 125% van het wettelijk minimumloon of met de laagste loonschalen in cao’s. Naar verwachting zal dat tarief uitkomen in de buurt van de € 18 per uur. ZZP-ers die onder deze omstandigheden erken zijn in loondienst, fiscaal én arbeidsrechtelijk. • Voor ZZP-ers aan de bovenkant van de markt komt er een ‘opt out’ voor de loonbelasting en de premies werknemersverzekeringen. ZZP-ers met een uurtarief boven de € 75 per uur kunnen hier voor kiezen als zij korter dan één jaar voor dezelfde opdrachtgever werken, ofwel als zij voor die opdrachtgever werkzaamheden verrichten die niet behoren tot diens reguliere bedrijfsactiviteiten.
• Voor ZZP-ers tussen het lage en hoge tarief per uur – tussen de € 18 en € 75 – komt er een ‘opdrachtgeversverklaring’. De opdrachtgever kan die verkrijgen door een webmodule in te vullen. In die module wordt de opdrachtgever een aantal vragen gesteld over de aard van de werkzaamheden. Daarbij wordt het onderdeel ‘gezagsverhouding’ verduidelijkt. De opdrachtgeversverklaring biedt de opdrachtgever zekerheid vooraf, een vrijwaring voor de loonbelasting en premies werknemersverzekeringen. Die vrijwaring vervalt als blijkt dat de webmodule niet naar waarheid is ingevuld. Het kabinet zal de wettelijke regeling zo inrichten dat de gezagsverhouding voortaan meer op basis van materiële dan formele omstandigheden wordt getoetst.

Wet DBA: meer controle, vervanging niet vóór 2021

Het kabinet Rutte III wil de juridische én fiscale positie van zzp-ers ingrijpend gaan wijzigen. De huidige aanpak met de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) wordt vervangen door een gedetailleerde regeling voor drie categorieën van zzp-ers (zie ook De nieuwe regeling voor ZZP-ers: bent u er klaar voor?) Minister Koolmees van Sociale Zaken en staatssecretaris Snel van Financiën hebben de Tweede Kamer de ‘roadmap vervanging DBA’ aangeboden en daaruit blijkt dat zij er naar streven om de nieuwe regeling per 1 januari 2021 te laten ingaan. Tot dat tijdstip blijft de DBA van kracht. De handhaving van de DBA blijft opgeschort, tot 1 januari 2021, behoudens voor kwaadwillenden. Per 1 juli 2018 wordt die groep wat uitgebreid, op verzoek van de Tweede Kamer. De handhaving – met zonodig naheffingsaanslagen met boeten – is nu nog beperkt tot evident kwaadwillenden, per 1 juli 2018 kan de Belastingdienst de DBA handhaven als ze kan bewijzen dat er sprake is van (i) een (fictieve) dienstbetrekking, én (ii) evidente schijnzelfstandigheid én (iii) opzettelijke schijnzelfstandigheid.

ZZP-er in mineur: benut het Bbz-vangnet

Bent u ZZP-er en stagneert uw omzet? Is de mooie stroom van opdrachten opgedroogd, weggevallen? En begint de bodem van uw schatkist in beeld te komen? Zijn uw reserves bijna op? U heeft als ZZP-er geen recht op een WW-uitkering, maar er is wel een ander financieel vangnet waar u mogelijk gebruik van kunt maken. Het gaat om het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Dit is een regeling die uitgevoerd wordt door gemeenten. De Bbz is bedoeld om te voorkomen dat ZZP’ers in de bijstand terecht komen. Als ZZP-er kun je met het Bbz een (renteloze) lening krijgen, of een aanvulling van het inkomen tot bijstandsniveau. Iedere gemeente mag zijn eigen voorwaarden stellen, maar moet meewerken aan het Bbz. Om voor Bbz in aanmerking te komen moet u als ZZP-er minimaal 1.225 uur per jaar in de onderneming werken, een inkomen onder bijstandsniveau hebben en geen andere financiering kunnen krijgen. Vraag naar uw rechten bij uw gemeente.

ZZP-er: claim BTW-aftrek op werkkamer in eigen woning

Een ondernemer die uitsluitend BTW-belaste prestaties verricht, heeft recht op aftrek van BTW op alle uitgaven die verband houden met die BTW-belaste prestaties. Dat geldt ook voor investeringsuitgaven voor een werkkamer in een nieuwe eigen woning. Als u, ZZP-er, een nieuwe woning koopt of laat bouwen en direct in die woning een werkkamer laat inrichten, kunt u een evenredig gedeelte van de BTW op de bouw van die woning in aftrek brengen als voorbelasting. Denk aan de omzetbelasting op de aankoop van de grond, de aanneemsom en de exploitatiekosten. Let op: bij verkoop van de woning binnen 10 jaar na de eerste ingebruikneming is de herzieningsregeling van toepassing en moet u een tijdsevenredig gedeelte van de als voorbelasting afgetrokken BTW weer afdragen aan de Belastingdienst.

Starters: maximaal willekeurig afschrijven

Startende ondernemers kunnen hun investeringen over 2018 tot een maximum van € 314.673 willekeurig –desgewenst in één keer tot op de restwaarde of bij een investering in een bedrijfspand tot op de bodemwaarde – afschrijven. U komt in aanmerking voor deze faciliteit als u over 2018 recht hebt op startersaftrek. Dat is het geval indien u dit jaar ten minste 1.225 uur voor de eigen onderneming hebt gewerkt, in één of meer van de vijf voorafgaande kalenderjaren niet voor eigen rekening een onderneming hebt gedreven én in die voorafgaande vijf jaren niet meer dan 2x de zelfstandigenaftrek hebt toegepast. Is 2018 het laatste jaar waarin u als starter wordt aangemerkt? Zorg dan dat u dit jaar nog maximal investeert om de faciliteit optimaal te benutten. Door als starter de vrije afschrijving optimaal te benutten, kan over 2018 nog maximaal worden afgeschreven. Door die extra afschrijving kan een (fiscaal) verlies uit onderneming ontstaan. Dat verlies kan worden verrekend met de positieve inkomsten (bijvoorbeeld vanwege uw inkomsten uit arbeid) in de drie voorgaande jaren. Dat levert direct een belastingteruggave op, waarmee de liquiditeitspositie van uw onderneming wordt verbeterd. Door de vrije afschrijving kan de belastingbesparing op afschrijvingen worden gemaximaliseerd.

Woning bij bedrijfshal: keuzevermogen

De ondernemer die een woonhuis koopt, moet die woning in beginsel tot zijn (verplichte) privévermogen rekenen. Wonen is nu eenmaal privé. Maar als de ondernemer een niet te verwaarlozen gedeelte van de woning voor zijn onderneming gebruikt, dan pakt de vermogensetikettering anders uit. Er is dan sprake van een pand in gemengd gebruik, en de ondernemer kan – soms moet – die woning geheel of gedeeltelijk tot het bedrijfsvermogen rekenen. De rechter trekt de ondergrens hierbij op een bedrijfsmatig gebruik van een gedeelte van de woning van ten minste 10%. Rechtbank Gelderland heeft die grens in een recente uitspraak verruimd: bij een zakelijk gebruik van minder dan 10% van de woning kan de gehele woning tot het keuzevermogen worden gerekend als de ondernemer de woning heeft gekocht om die ‘ten dienste van de onderneming te gaan gebruiken’. Deze uitspraak van Rechtbank Gelderland bidet ondernemers met een persoonlijke onderneming nieuwe mogelijkheden om hun woonhuis tot het ondernemingsvermogen te rekenen.

Wonen en werken in één pand: meer kostenaftrek

De ondernemer die in zijn privéwoning woont én werkt, kan de kosten van de werkruimte in zijn woning slechts als bedrijfskosten opvoeren als er sprake is van een ‘kwalificerende werkruimte’. Als dat niet het geval is – bijvoorbeeld omdat de werkruimte geen afzonderlijke eigen ingang heeft, dan is slechts een beperkte kostenaftrek mogelijk: de wet staat een jaarlijkse, forfaitaire aftrek toe van 4% van de verkoopwaarde van het gedeelte van de woning dat als werkruimte wordt gebruikt. De Hoge Raad heeft deze regeling genuanceerd: de ondernemer kan naast de 4%-aftrekpost ook kosten in aftrek brengen die in huurverhoudingen normaliter ten laste van de huurder komen. De wetgever heeft deze uitbreiding in de wettekst opgenomen. Zorg ervoor dat uw adviseur de aanvullende kostenaftrek tijdig bij de inspecteur aankaart.

Renteaftrek eigen woning: privé of in de zaak

De nieuwe regels voor de renteaftrek op de eigen woning –met een verplichte aflossing van de eigenwoninglening in 30 jaar, tenminste annuïtair – gelden alleen voor particulieren. Voor ondernemers die hun woning tot het ondernemingsvermogen rekenen, blijft alles bij het oude: zij kunnen de woning nog steeds financieren met een aflossingsvrije lening. Dit verschil in fiscale behandeling kan een goede reden zijn om de vermogensetikettering van uw woon-werkpand te herzien. Overleg het eens met uw adviseur.

Auto op de zaak of in privé?

Bent u van plan om binnenkort een nieuwe auto aan te schaffen? Ga dan goed na of u de auto op de zaak of in privé gaat kopen. Houdt u de auto in privé, dan mag u voor de zakelijke kilometers (waaronder ook het woon-werkverkeer) € 0,19 per kilometer in aftrek op uw winst brengen. Zet u de auto op de zaak, dan zijn alle kosten die op de auto betrekking hebben aftrekbaar als bedrijfskosten. Voor het privégebruik van de auto moet u dan een onttrekking in aanmerking nemen. Rijdt u meer dan 500 kilometer privé, dan is de onttrekking voor privégebruik in beginsel 22% van de cataloguswaarde van uw auto. Dat kan bij zuinige, milieuvriendelijke auto’s lager zijn (Zie hoofdstuk 1: Voor alle ondernemers). Als u (met een sluitende rittenadministratie) kunt aantonen dat u jaarlijks niet meer dan 500 privékilometers hebt gemaakt, hoeft u geen onttrekking in aanmerking te nemen. Zijn de totale kosten van uw auto van de zaak minder dan het bedrag van de bijtelling, dan blijft de bijtelling beperkt tot het bedrag van de autokosten dat als bedrijfskosten in aftrek is gebracht. Per saldo komen er dan geen autokosten ten laste van de winst.
Let op: op een eenmaal gemaakte keuze – de auto op de zaak of in privé – kunt u niet zonder meer terugkomen. Dat is slechts mogelijk als sprake is van een bijzondere omstandigheid, zoals een ingrijpende wijziging in het gebruik van de auto of een wetswijziging. Het is dus van belang om ten tijde van de aanschaf van de auto een weloverwogen keuze te maken.

Regel uw dotatie aan de oudedagsreserve

Om de dotatie aan uw oudedagsreserve over dit jaar veilig te stellen is het verstandig om nog vóór het eind van het jaar na te gaan of uw ondernemings-ermogen eind 2018 ten minste gelijk zal zijn aan uw oudedagsreserve per ultimo 2017 plus de verwachte toevoeging over 2018. Als dit niet zo is dan kunt u nog maatregelen treffen om uw ondernemingsvermogen te verhogen. Let daarbij bijvoorbeeld op de mogelijkheden van etikettering van keuzevermogen. De oudedagsreserve is een bedrag dat u opzij mag zetten om te sparen voor uw oudedagsvoorziening. Over dat bedrag hoeft u voorlopig geen belasting te betalen: u krijgt uitstel van betaling. U bouwt uw oudedagsreserve op door jaarlijks een bedrag aan uw oudedagsreserve toe te voegen. Hiertoe bestaat geen verplichting. Voorwaarde is wel dat u voldoet aan het urencriterium. Er is een maximumbedrag dat u jaarlijks mag toevoegen. Voor 2018 is de toevoeging aan de oudedagsreserve 9,44% van de winst die u als ondernemer in Nederland hebt behaald. De maximale toevoeging is dit jaar € 8.775, tenzij de oudedagsreserve door de toevoeging boven het ondernemingsvermogen uitkomt. In dat geval mag u maximaal toevoegen tot uw oudedagsreserve even groot is als uw ondernemingsvermogen. Deze toevoeging aan de reserve vermindert de belastbare winst. De stand van de opgebouwde oudedagsreserve moet u vermelden op de balans in de jaarstukken van uw onderneming. Bent u ondernemer van meerdere ondernemingen, dan kunt u de opgebouwde oudedagsreserve verdelen over de balansen van al uw ondernemingen.

OR-reservering in jaar van staking

Gaat u dit jaar stoppen met uw eenmanszaak? Stopt u helemaal als ondernemer, of gaat u uw onderneming omzetten in een bv? Vergeet dan niet om in het laatste jaar van uw eenmanszaak maximaal te doteren aan de oudedagsreserve (OR). Die OR kunt u bij staking van de onderneming belastingvrij omzetten in een stamrecht, een recht op lijfrente-uitkeringen voor de oude dag. De wet staat die omzetting toe tot een maximumbedrag dat afhankelijk is van onder meer de leeftijd van de ondernemer. Op dat maximumbedrag moeten de eerder opgebouwde oudedagsvoorzieningen in aftrek worden gebracht. Die aftrek geldt niet voor de OR-toevoeging in het laatste jaar van uw IB-onderneming. Dat biedt u extra aftrek voor uw oudedagsvoorziening!

Banksparen levert extra MKB-winstvrijstelling op

Heeft u als ondernemer een oudedagsreserve in uw eenmanszaak opgebouwd? Ga dan eens na of u die niet kunt omzetten in een lijfrentespaarrekening (banksparen). Uw liquiditeitspositie in de zaak gaat er weliswaar op achter uit, maar daar krijgt u de zekerheid van een beter verzekerde oudedags-voorziening voor terug. En u kunt extra profiteren van de 14% MKB-winstvrijstelling. Door de vrijval van de oudedagsreserve gaat uw winst uit onderneming omhoog, en dus ook het bedrag waarover u de 14% aftrek kunt toepassen. De extra winst in de zaak – door de OR-vrijval – wordt gecompenseerd door een even grote aftrekpost in privé voor het bedrag dat u op de lijfrentespaarrekening stort. Per saldo gaat uw fiscale inkomen omlaag, met het bedrag van de extra MKB-winstvrijstelling. En in de zaak ontstaat weer ruimte voor een nieuwe oudedagsreserve. Overleg het eens met uw adviseur.

Een zakelijke beloning voor uw meewerkende partner

Indien uw partner meewerkt in de zaak, is het reëel om daarvoor een adequate beloning toe te kennen. U hebt de keuze uit drie mogelijkheden (als u geen man/vrouwfirma bent aangegaan), te weten: u kunt een dienstbetrekking met uw partner aangaan, een reële arbeidsbeloning overeenkomen of kiezen voor de meewerkaftrek. Voor een civielrechtelijke dienstbetrekking met uw partner is vereist dat er sprake is van een gezagsverhouding uit hoofde van de dienstbetrekking. Bij zo’n dienstbetrekking kunt u gebruik maken van faciliteiten in de loonbelasting. In deze situatie is uw partner overigens wel verplicht verzekerd ingevolge de werknemersverzekeringen en derhalve premies werknemersverzekeringen verschuldigd. Indien u uw partner een reële arbeidsbeloning toekent, kunt u deze vergoeding als arbeidskosten ten laste van de winst brengen. Vereist is dan wel dat die vergoeding € 5.000 of meer bedraagt.
Let op: U moet de arbeidsbeloning periodiek aan uw partner betalen. Betaling dient plaats te vinden op een bank- of girorekening die op naam van de partner staat; desgewenst kunt u de vergoeding periodiek overmaken op een en/of rekening. De meewerkaftrek is een faciliteit waarbij u in verband met de arbeid van uw in de onderneming meewerkende partner een forfaitair vast te stellen percentage, oplopend van 1,25% tot maximaal 4%, ten laste van de winst kunt brengen. Indien de meewerkaftrek wordt toegepast wordt uw meewerkende partner niet zelfstandig in de belastingheffing betrokken. U kunt de meewerkaftrek toepassen indien u als ondernemer winst geniet, aan het urencriterium voldoet en uw partner in het kalenderjaar gedurende ten minste 525 uren arbeid in uw onderneming verricht zonder daarvoor enige vergoeding te ontvangen die u ten laste van uw winst kunt brengen. De keuze voor een dienstbetrekking, een reële arbeidsbeloning of de meewerkaftrek wordt bepaald door de feitelijke situatie. Van belang is onder meer in welke tariefschijf u en uw partner vallen, het aantal uren dat uw partner meewerkt in de onderneming, de hoogte van de genoten beloning enzovoort. Bij kleinere arbeidsbeloningen zal toepassing van de meewerkaftrek doorgaans voordeliger zijn. Laat uw adviseur nog voor het einde van het jaar nagaan welke mogelijkheid voor u en uw partner de beste is.

M/V firma: laat uw partner tekenen!

Drijft u samen met uw partner uw onderneming in een firma of maatschap? Wilt u beiden als ondernemer worden aangemerkt? Zorg er dan voor dat u beiden binnen de onderneming ‘rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende de onderneming’. U moet beiden rechtstreeks aansprakelijk zijn voor schulden van de onderneming. Om aan te tonen dat ook de ondersteunende partner binnen de onderneming rechtstreeks aansprakelijk is, moet u er voor zorgen dat die partner regelmatig een zakelijk contract met een leverancier of afnemer afsluit. Zorg ervoor dat uw partner die deal ondertekent. Daarmee stelt u het fiscale ondernemerschap van uw partner veilig.

Let op de gebruikelijkheidstoets: pak een hoofdtaak!

De ondernemer die samen met zijn partner zijn onderneming drijft in de vorm van een firma of maatschap, moet bij de onderlinge taakverdeling rekening houden met de gebruikelijkheidstoets. Die toets richt zich op het aantal uren dat de partner binnen het samenwerkingsverband werkt. Daarbij tellen de gewerkte uren niet mee als de partner hoofdzakelijk (voor meer dan 70%) ondersteunende werkzaamheden verricht én derden – niet door een partnerschap verbonden personen – in eenzelfde situatie normaliter niet een firma of maatschap aangaan. De partner haalt dan de vereiste 1.225 uur per jaar niet, voldoet niet aan het urencriterium en dat kost hem of haar de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek én de vorming van de fiscale oudedagsreserve. Om de gebruikelijkheidstoets goed door te komen, moet de partner zich voor meer dan 30% van de werktijd bezighouden met hoofdtaken binnen de onderneming. Bij het onderscheid tussen ondersteunende werkzaamheden en hoofdtaken telt ervaring wel degelijk mee. Zorg ervoor dat u/uw partner kan aantonen dat hij/zij voor ten minste 31% van de werktijd een hoofdtaak binnen de onderneming verricht. De belasting-rechter heeft recent beslist dat het zelfstandig verrichten van declarabele werkzaamheden dé bepalende factor is bij die gebruikelijkheidstoets. Niet van belang is of de ondersteunende partner die werkzaamheden op eigen naam kan declareren.

Wijziging van de winstverdeling: let op de ovb

Bent u van plan om de winstverdeling in de firma of maatschap binnenkort te wijzigen? En zit er vastgoed in die firma of maatschap? Let op: de aanpassing van de winstverdeling kan gevolgen hebben voor de overdrachtsbelasting (ovb). De ovb is niet alleen verschuldigd bij overdracht van de juridische eigendom van vastgoed, maar ook bij overdracht van de economische eigendom. En zo’n economische eigendomsoverdracht doet zich voor als door de aanpassing van de winstverdeling de gerechtigdheid van de firmanten of maten tot het vastgoed zich wijzigt. Bij overdracht van de juridische eigendom is een notariële akte vereist. De notaris regelt dan de overdrachtsbelasting; hij is aansprakelijk voor een juiste afhandeling daarvan. Overdracht van economische eigendom kan bij onderhandse akte. Bij die overdracht heeft de wetgever de correcte afhandeling van de overdrachtsbelasting – én de aansprakelijkheid daarvoor! – gelegd bij de persoon die de economische eigendom overdraagt. Die moet de onderhandse akte registreren bij de Belastingdienst. Doet hij dat niet, dan moet de economische eigendomsoverdracht binnen 14 dagen bij de inspecteur worden gemeld. Bij verzuim kan de verschuldigde ovb bij de overdrager worden nageheven; de wet kent daarvoor een naheffingstermijn van 12 jaar. Bij een wijziging van de winstverdeling kunnen de ovb-gevolgen worden vermeden als de aangepaste winstverdeling uitsluitend betrekking heeft op de jaarwinst, en niet op de gerechtigdheid tot (de meerwaarden van) het vastgoed.

Een voortzettingsbeding helpt u verder

Echtgenoten/partners die samen een onderneming drijven of een praktijk voeren in een firma of maatschap, doen er verstandig aan om een voortzettingsbeding in het firma- of maatschapscontract op te nemen. Met het hoge percentage aan echtscheidingen – ruim 39% van alle huwelijken eindigt door echtscheiding – is het aan te raden om in zo’n beding vast te leggen wie van beide partners de onderneming bij echtscheiding mag voortzetten, en welke berekeningsmethode moet worden toegepast om de waarde van de onderneming vast te stellen bij de ontbinding van de firma of maatschap. Regeren is vooruitzien, ook zakelijk.

Draag uw onderneming belastingvrij over

De wet inkomstenbelasting kent een doorschuiffaciliteit, waarmee u uw onderneming – of een gedeelte daarvan – zonder belastingheffing kunt overdragen. Benut u deze faciliteit, dan moet de bedrijfsopvolger ‘in uw fiscal schoenen stappen’: hij moet uw fiscale boekwaarden overnemen, uw goedkoopmansgebruik, uw resterende rechten op investeringsaftrek en verplichtingen tot desinvesteringsbijtelling, enzovoort. U kunt de doorschuiffaciliteit toepassen bij overdracht van uw onderneming aan uw partner, in de familie of aan een derde. Voorwaarde is wél dat u ten minste drie jaar (36 maanden) de onderneming in een samenwerkingsverband voor gezamenlijke rekening hebt gedreven voordat u de onderneming geruisloos kunt doorschuiven. De doorschuiffaciliteit is ook van toepassing bij overdracht van een (gedeelte van een) onderneming aan een werknemer die tenminste drie jaar bij die onderneming in loondienst is geweest. Daarbij worden geen eisen gesteld aan de kwaliteit van de werknemer, noch aan de omvang van de dienstbetrekking: overdracht aan een parttime medewerker is zonder meer mogelijk. Wilt u uw onderneming binnenkort aan een familielid of aan een van uw werknemers overdragen, dan kan de doorschuiffaciliteit interessant voor u zijn. Laat uw belastingadviseur de mogelijkheden eens voor u op een rijtje zetten.

Zonder afrekening naar een nieuwe onderneming

Een ondernemer kan zonder fiscale afrekening vanuit de ene onderneming een andere onderneming starten. De ondernemer kan met deze doorschuifregeling de boekwinst op bedrijfsmiddelen bij staking van zijn onderneming belastingvrij reserveren en die vervolgens afboeken op de investeringen in bedrijfsmiddelen in zijn nieuwe onderneming. Die herinvestering moet dan wel (in beginsel) binnen één jaar na de staking van de onderneming plaatsvinden. Als dat niet binnen één jaar lukt, kunt u bij de inspecteur om termijnverlenging vragen.

Verkoop IB-onderneming, uitstel van betaling

Gaat u binnenkort uw eenmanszaak verkopen? En kan de koper de koopsom niet – volledig – gefinancierd krijgen? Als u uw onderneming overdraagt en de koper blijft de koopsom geheel of gedeeltelijk schuldig, kunt u renteloos uitstel van betaling krijgen – maximaal 10 jaar – voor de inkomstenbelasting die u over de stakingswinst verschuldigd bent. Dit uitstel van betaling is uitsluitend mogelijk bij verkoop van de onderneming aan een natuurlijk persoon, tegen schuldigerkenning. Het uitstel wordt verleend in verhouding tot schuldig gebleven deel koopsom: als de koper de helft van de koopsom schuldig blijft, krijgt u uitstel voor de helft van de verschuldigde belasting. Ook de duur van het uitstel wordt gekoppeld aan de koopovereenkomst. Als de koper zijn schuld aan u in acht jaar moet aflossen, krijgt u acht jaar uitstel van betaling. De maximale termijn van uitstel is 10 jaar; u moet de verschuldigde belasting jaarlijks voor een evenredig deel betalen. Het uitstel van betaling is renteloos; u moet wel zekerheid stellen bij de ontvanger en dat kunt u doen door uw vordering op de koper aan de ontvanger te cederen.

Hebt u al een bos? Benut de bosbouwvrijstelling!

Een bos is fiscaal aantrekkelijk, vanwege de bosbouwvrijstelling. Die vrijstelling stelt de voordelen uit een bosbedrijf buiten de belastingheffing. Uit diverse recente uitspraken blijkt dat de belastingrechter het begrip ‘bos’ ruim uitlegt. Bomen als wegbeplanting, bomen rond een boerderij of bomen als afrastering van een bedrijfsterrein zijn fiscaal een bos als de instandhouding van de ‘bomenopstand’ maar voorop staat. De omvang van het bos is niet van belang; een fiscaal bos kan uit één of slechts enkele bomen bestaan. Dat maakt de bosbouwvrijstelling ook interessant voor ondernemers die geen bosbouwer zijn, maar die enkele bomen op hun bedrijfsterrein als bos in stand houden. Dat heeft het prettige gevolg dat de winst bij verkoop van de strook grond waar het ‘bos’ op staat, vanwege de bosbouwvrijstelling belastingvrij geïncasseerd kan worden. Niet van belang is of het bos dienstbaar is aan het bedrijfsproces van de onderneming, Vraag uw adviseur naar de mogelijkheden van een eigen bos op uw bedrijfsterrein.

Nieuwe vennoot aansprakelijk voor oude schulden

De vennoten in een vennootschap onder firma – een VOF –zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de verbintenissen van die vennootschap. Schuldeisers moeten zich eerst verhalen op het afgescheiden vermogen van de firma. Is dat onvoldoende, dan kunnen zij aanspraak maken op het privévermogen van ieder van de vennoten. De Hoge Raad heeft recent beslist dat die hoofdelijke aansprakelijkheid direct ingaat bij toetreding van een vennoot, voor àlle verplichtingen van de VOF, ook voor de verplichtingen die de VOF is aangegaan vóór zijn toetreding. Deze acute hoofdelijke aansprakelijkheid geldt ook voor beherende vennoten in een commanditaire vennootschap (CV), maar niet voor de maten in een maatschap.

Uitgetreden vennoot, aansprakelijkheid loopt door

De Hoge Raad heeft onlangs beslist dat iemand die toetreedt tot een vennootschap onder firma hoofdelijk aansprakelijk wordt voor alle verplichtingen van die firma, ook voor de verplichtingen die zijn ontstaan vóór zijn toetreding. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft recent een vergelijkbare uitspraak gedaan: een vennoot die uittreedt uit een vennootschap onder firma blijft hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden die voortvloeien uit een duurovereenkomst die de firma is aangegaan vóór zijn uittreding. In de berechte casus was de duurovereenkomst een overeenkomst van huur-verhuur. Volgens het Hof kwam door het uittreden van de vennoot geen einde aan diens hoofdelijke verbondenheid voor schulden van de firma die voortvloeiden uit een vóór zijn uittreding aangegane duurovereenkomst.

Doe uw zakelijke giften privé

Als ondernemer kunt u een goed doel zakelijk of privé ondersteunen: u kunt een gift doen vanuit de zaak of vanuit privé. Door de recente versoepeling van de giftenaftrek voor periodieke giften is het verstandig om na te gaan of u uw zakelijke giften niet beter vanuit privé kunt gaan doen. Periodieke giften moesten tot 2014 bij notariële akte plaatsvinden. En dat werkte kostenverhogend. De wetgever heeft die eis afgeschaft om het doen van kleinere periodieke giften te stimuleren. Voor periodieke giften kan nu gebruik worden gemaakt van een onderhandse akte. Een model daarvoor staat op de site van de Belastingdienst. Periodieke giften zijn volledig aftrekbaar, zonder enige drempel. Bij giften in de eenmanszaak is dat niet het geval: daar geldt weliswaar geen drempel voor de aftrek, maar door de winstaftrek verspeelt u als ondernemer wel andere fiscale voordelen. Bijvoorbeeld de 14% MKB-winstvrijstelling. Bij een gift van € 1.000 leidt dat effectief maar € 860 aan aftrek op.

Is een bv niet voordeliger?

Ondernemers met een eenmanszaak, of een aandeel in een firma moeten zich elk jaar opnieuw afvragen of het niet voordelig is om hun onderneming om te zetten in een bv. Het verschil in belastingdruk tussen een bv en een persoonlijke onderneming, zoals een eenmanszaak of een aandeel in een firma, wordt steeds groter. De druk van de vennootschapsbelasting op de eerste € 200.000 winst in de bv komt uit op 20%. Bij een onderneming die onder de heffing van inkomstenbelasting valt, worden bij een dergelijk winstniveau alle tariefschrijven geraakt, te beginnen met een heffing in de eerste schijf van 36,5%, en oplopend tot (bijna) 52%. Dat verschil met de vennootschapsbelasting kan niet worden goedgemaakt met de MKB-winstvrijstelling en/of de zelfstandigenaftrek. Het devies is dan ook duidelijk: ondernemers die winst van enige omvang maken, moeten nagaan of zij niet beter hun onderneming in een bv kunnen omzetten. Zeker als er naar verwachting ook de komende jaren een goede winst zal worden behaald. Dat levert op liquiditeitsbasis een substantieel voordeel op. Bij de bv-belastingdruk moet nog wel rekening worden gehouden met een aanmerkelijk-belangheffing van 25% over de winstreserves in de bv, maar die heffing kan zonder al te veel problemen langdurig worden uitgesteld. Nú is het een geschikt moment om de cijfers voor deze afweging op een rij te zetten. Want als u nog dit jaar als bv verder wilt, moet u direct actie ondernemen. Bij omzetting van de eenmanszaak en dergelijke in een bv moet met de fiscus afgerekend worden over de stille reserves en goodwill (de stakingswinst). Daarbij kan gebruik worden gemaakt van diverse fiscale faciliteiten. Naast de omzetting mét fiscale afrekening kan de eenmanszaak ook fiscaal geruisloos in een bv worden omgezet. De wet stelt daartoe diverse voorwaarden. Overleg met uw adviseur welke methode in uw situatie de beste is.

Geruisloos of toch maar ruisend de bv in?

Een omzetting van uw eenmanszaak in de bv mét geruis kan soms veel voordeliger uitpakken dan een geruisloze omzetting in de bv. Bij de omzetting ‘met geruis’ moet u afrekenen met de fiscus over de stakingswinst, maar die afrekening kunt u vrijwel altijd volledig vermijden door de stakingsfaciliteiten toe te passen. En u kunt bij deze optie gebruik maken van de MKB-winstvrijstelling en 14% van de stakingswinst belastingvrij incasseren! Laat uw adviseur uitzoeken welke vorm van omzetting in de bv voor u (fiscaal) het beste uitpakt.

Onverwacht groot voordeel? Ga geruisloos de bv in!

Hebt u, ondernemer met een eenmanszaak, in dit jaar een onverwacht groot voordeel geïncasseerd? Een lot uit de loterij? Bijvoorbeeld omdat de verhuurder de huur van uw bedrijfspand voortijdig wil beëindigen en u een substantiële ‘oprotpremie’ biedt. Of omdat u een onverwachte hoge vergoeding heeft verkregen bij verkoop van een zelfontwikkelde software applicatie? Die onverwachte bate gaat u ruim 44% aan inkomstenbelasting kosten, het maximumtarief van 51,95%, verminderd met de 14% MKB-winstvrijstelling. U kunt die directe hoge heffing matigen door uw eenmanszaak met terugwerkende kracht om te zetten in een BV. In de BV betaalt u veel minder belasting over die eenmalige hoge bate, 20% of 25% vennoot-schapsbelasting, en misschien in de verre toekomst nog de aanmerkelijkbelang-heffing. Met een geruisloze inbreng in de BV kunt u – onder voorwaarden – 9 maanden teruggaan in de tijd. Geruisloos wil zeggen dat u bij de omzetting van de eenmanszaak in de BV niet hoeft af te rekenen met de fiscus over de stille reserves en andere meerwaarden in uw onderneming: de eenmanszaak schuift geruisloos door in een BV. Voor zo’n geruisloze inbreng had u een voorovereenkomst of intentieverklaring (tot inbreng in de BV) vóór 1 oktober 2018 bij de Belastingdienst moeten laten registreren. U moet om terug-werkende kracht tot 1 januari verzoeken. Financiën weigerde tot voor kort die terugwerkende kracht als daardoor een incidenteel fiscaal voordeel wordt behaald. Maar zo heeft onze Hoge Raad recent beslist, het tariefvoordeel van de BV is geen incidenteel, maar een permanent voordeel. Dat kan de terugwerkende kracht niet blokkeren.