Geld stallen bij aandeelhouder kan leiden tot fiscale schuld

Geld stallen bij aandeelhouder kan leiden tot fiscale schuld
27 maart 2025 Gerrit Eenkhoorn

De Belastingdienst beschouwt het ‘stallen’ van geld door een bv bij een aandeelhouder als een schuld, waardoor dit mogelijk onder de regeling van excessief lenen valt. Dit kan leiden tot een fictief regulier voordeel in box 2.

Achtergrond van de zaak

De zaak draait om een dga die liquide middelen van zijn bv had gestald op privébankrekeningen bij verschillende banken. De bv kon zo economisch eigenaar van deze gelden blijven, terwijl het juridische eigendom bij de dga lag. Dit werd gedaan om gebruik te maken van het depositogarantiestelsel. De vraag was of deze constructie voor de fiscus als een schuld moest worden aangemerkt.

Standpunt van de Belastingdienst

De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft bevestigd dat de ‘gestalde’ bedragen worden beschouwd als schulden die de dga in feite of rechtens heeft bij zijn bv. Dit valt onder het schuldenbegrip van artikel 4.13, eerste lid, onderdeel f, Wet IB 2001. De wet hanteert een breed begrip van ‘schuld’, inclusief alle civielrechtelijke verplichtingen die niet als dividend of loon kunnen worden aangemerkt.

Mogelijke belastingclaim voor de dga

De gevolgen van dit standpunt kunnen aanzienlijk zijn. Indien de schuld bovenmatig is, wordt deze als een fictief regulier voordeel in box 2 belast. Dit betekent dat de dga inkomstenbelasting verschuldigd kan zijn over bedragen die hij in feite niet als inkomen heeft genoten. Bovendien kan de Belastingdienst extra rente of boetes opleggen als wordt vastgesteld dat sprake is van belastingontwijking.

Risico’s voor dga’s

Dga’s moeten zicht bewust zijn van deze fiscale risico’s bij het ‘stallen’ van bv-gelden op privébankrekeningen. Hoewel dit mogelijk aantrekkelijk lijkt vanwege bescherming onder het depositogarantiestelsel, kan het leiden tot een aanzienlijke belastingclaim.

De Belastingdienst maakt hierbij geen onderscheid tussen schulden die formeel en informeel zijn vastgelegd: ook zonder expliciete leningsovereenkomst kan een dergelijke constructie als schuld worden aangemerkt.

Conclusie

Dga’s die gelden van hun bv op een privérekening parkeren, moeten zich realiseren dat die gelden voor hen als schuld tellen. In voorkomende gevallen kan dit leiden tot toepassing van de regeling voor excessief lenen.

Bron: Belastingdienst, Kennisgroep Aanmerkelijk Belang, 19 februari 2025