Verduidelijkingen rond gebruik deelauto’s door werknemers

Verduidelijkingen rond gebruik deelauto’s door werknemers
27 maart 2025 Gerrit Eenkhoorn

De Belastingdienst heeft verduidelijkingen gepubliceerd over de fiscale behandeling van deelauto’s die werknemers gebruiken. Werkgevers moeten goed opletten of een deelauto als een ter beschikking gestelde auto kan worden gezien, want dit kan fiscale gevolgen hebben, zoals bijtelling voor privégebruik.

Deelauto’s en bijtelling: wanneer van toepassing?

Werkgevers stellen steeds vaker deelauto’s beschikbaar aan werknemers, bijvoorbeeld via een abonnement bij een deelautobedrijf. De Belastingdienst geeft nu duidelijkheid over de fiscale behandeling hiervan. In principe geldt dat als een auto aan een werknemer ter beschikking wordt gesteld, er een forfaitaire bijtelling van toepassing is, tenzij wordt aangetoond dat er op jaarbasis minder dan 500 kilometer privé wordt gereden.

Wanneer geldt géén bijtelling?

Bij deelauto’s is de situatie complexer. Als de werknemer niet op elk moment de beschikking heeft over een auto, maar deze slechts incidenteel gebruikt via een reserveringssysteem, is er meestal geen sprake van een ter beschikking gestelde auto. In dat geval kan de regeling voor privégebruik auto (de bijtelling) buiten toepassing blijven, en geldt mogelijk een gerichte vrijstelling voor reiskosten.

Risico op bijtelling bij onbeperkt gebruik

Wanneer de werknemer echter een deelauto vrijwel onbeperkt kan gebruiken en er weinig controle is op privégebruik, kan de Belastingdienst wél een bijtelling toepassen. Werkgevers moeten dus zorgvuldig vastleggen hoe deelauto’s worden gebruikt en onder welke voorwaarden deze worden aangeboden.

Meer zekerheid voor werkgevers

De verduidelijking biedt werkgevers meer zekerheid over de fiscale behandeling van deelauto’s. Het voorkomt onverwachte belastingheffing en helpt bij het correct toepassen van vrijstellingen.

Bron: Belastingdienst, 14 februari 2025, KG:204:2025:3